Duits

Uitgebreide vertaling voor engagiert (Duits) in het Nederlands

engagiert:


Synoniemen voor "engagiert":


Wiktionary: engagiert

engagiert
adjective
  1. vehement für eine Sache eintretend, ein starkes Interesse an einer Sache habend

engagieren:

engagieren werkwoord (engagiere, engagierst, engagiert, engagierte, engagiertet, engagiert)

  1. engagieren (einladen)
    uitnodigen; engageren; inviteren
    • uitnodigen werkwoord (nodig uit, nodigt uit, nodigde uit, nodigden uit, uitgenodigd)
    • engageren werkwoord (engageer, engageert, engageerde, engageerden, geëngageerd)
    • inviteren werkwoord (inviteer, inviteert, inviteerde, inviteerden, geïnviteerd)
  2. engagieren (anstellen; einstellen; anheuern; anziehen)
    in dienst nemen; aannemen; aantrekken; inhuren
    • in dienst nemen werkwoord (neem in dienst, neemt in dienst, nam in dienst, namen in dienst, in dienst genomen)
    • aannemen werkwoord (neem aan, neemt aan, nam aan, namen aan, aangenomen)
    • aantrekken werkwoord (trek aan, trekt aan, trok aan, trokken aan, aangetrokken)
    • inhuren werkwoord (huur in, huurt in, huurde in, huurden in, ingehuurd)
  3. engagieren (in Lohndienst einstellen; einstellen)
    tewerkstellen; detacheren; uitzenden
    • tewerkstellen werkwoord
    • detacheren werkwoord (detacheer, detacheert, detacheerde, detacheerden, gedetacheerd)
    • uitzenden werkwoord (zend uit, zendt uit, zond uit, zonden uit, uitgezonden)
  4. engagieren
    engageren; verbintenis aangaan
  5. engagieren
    partij kiezen
    • partij kiezen werkwoord (kies partij, kiest partij, koos partij, kozen partij, partij gekozen)

Conjugations for engagieren:

Präsens
  1. engagiere
  2. engagierst
  3. engagiert
  4. engagieren
  5. engagiert
  6. engagieren
Imperfekt
  1. engagierte
  2. engagiertest
  3. engagierte
  4. engagierten
  5. engagiertet
  6. engagierten
Perfekt
  1. bin engagiert
  2. bist engagiert
  3. ist engagiert
  4. sind engagiert
  5. seid engagiert
  6. sind engagiert
1. Konjunktiv [1]
  1. engagiere
  2. engagierest
  3. engagiere
  4. engagieren
  5. engagieret
  6. engagieren
2. Konjunktiv
  1. engagierte
  2. engagiertest
  3. engagierte
  4. engagierten
  5. engagiertet
  6. engagierten
Futur 1
  1. werde engagieren
  2. wirst engagieren
  3. wird engagieren
  4. werden engagieren
  5. werdet engagieren
  6. werden engagieren
1. Konjunktiv [2]
  1. würde engagieren
  2. würdest engagieren
  3. würde engagieren
  4. würden engagieren
  5. würdet engagieren
  6. würden engagieren
Diverses
  1. engagier!
  2. engagiert!
  3. engagieren Sie!
  4. engagiert
  5. engagierend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor engagieren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aannemen Adoptieren; Annehmen; Verdacht; Vermutung; Vorgefühl
aantrekken Ankleiden; Anlegen; Anziehen; Betören; Ruck; Strackziehen
detacheren Entsenden
in dienst nemen Anheuern; Anstellen
inhuren Anheuern; Anstellen; Einstellen; Engagieren
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aannemen anheuern; anstellen; anziehen; einstellen; engagieren adoptieren; akzeptieren; annehmen; beginnen; denken; ein Geschenk annehmen; einkassieren; einstecken; empfangen; glauben; hinnehmen; in Empfang nehmen; schlucken; schätzen; starten; voraussetzen; übernehmen
aantrekken anheuern; anstellen; anziehen; einstellen; engagieren ankleiden; anlegen; annoncieren; anziehen; inserieren; kleiden; rekrutieren; sichanziehen; zumachen; zuziehen
detacheren einstellen; engagieren; in Lohndienst einstellen abkoppeln; aufbinden; aufhaken; aufknoten; aufknöpfen; aufknüpfen; auflösen; aufmachen; entfesseln; entknoten; entkoppeln; enträtseln; entwirren; locker machen; lockern; losbekommen; loskriegen; loslösen; losmachen; lösen; trennen; unterbrechen
engageren einladen; engagieren
in dienst nemen anheuern; anstellen; anziehen; einstellen; engagieren
inhuren anheuern; anstellen; anziehen; einstellen; engagieren
inviteren einladen; engagieren anrufen; einrufen; herbeirufen
partij kiezen engagieren
tewerkstellen einstellen; engagieren; in Lohndienst einstellen
uitnodigen einladen; engagieren ansuchen; beantragen; einen Antrag machen; einladen; ersuchen
uitzenden einstellen; engagieren; in Lohndienst einstellen ausreiben; ausstrahlen; ausstreichen; ausstreuen; aussäen; senden; streuen; verteilen; übertragen
verbintenis aangaan engagieren

Synoniemen voor "engagieren":


Wiktionary: engagieren


Cross Translation:
FromToVia
engagieren manen; aanmanen; aansporen engagermettre en gage, donner en gage.