Duits

Uitgebreide vertaling voor entwerfen (Duits) in het Nederlands

entwerfen:

entwerfen werkwoord (entwerfe, entwirfst, entwirft, entwarf, entwarft, entworfen)

  1. entwerfen (konstruieren; entwickeln; kreieren; hervorbringen; erfinden)
    ontwerpen
    • ontwerpen werkwoord (ontwerp, ontwerpt, ontwierp, ontwierpen, ontworpen)
  2. entwerfen (ins Leben rufen; machen; produzieren; )
    maken; scheppen; in het leven roepen
    • maken werkwoord (maak, maakt, maakte, maakten, gemaakt)
    • scheppen werkwoord (schep, schept, schepte, schepten, geschept)
    • in het leven roepen werkwoord (roep in het leven, roept in het leven, riep in het leven, riepen in het leven, in het leven geroepen)
  3. entwerfen (konzipieren)
    concipiëren
    • concipiëren werkwoord (concipieer, concipieert, concipieerde, concipieerden, geconcipieerd)
  4. entwerfen (beschreiben; umschreiben; skizzieren; )
    beschrijven; omschrijven; schetsen; afschilderen
    • beschrijven werkwoord (beschrijf, beschrijft, beschreef, beschrijfden, beschreven)
    • omschrijven werkwoord (omschrijf, omschrijft, omschreef, omschreven, omschreven)
    • schetsen werkwoord (schets, schetst, schetste, schetsten, geschetst)
    • afschilderen werkwoord (schilder af, schildert af, schilderde af, schilderden af, afgeschilderd)
  5. entwerfen (im Konzept schreiben; skizzieren)

Conjugations for entwerfen:

Präsens
  1. entwerfe
  2. entwirfst
  3. entwirft
  4. entwerfen
  5. entwerft
  6. entwerfen
Imperfekt
  1. entwarf
  2. entwarfst
  3. entwarf
  4. entwarfen
  5. entwarft
  6. entwarfen
Perfekt
  1. habe entworfen
  2. hast entworfen
  3. hat entworfen
  4. haben entworfen
  5. habt entworfen
  6. haben entworfen
1. Konjunktiv [1]
  1. entwerfe
  2. entwerfest
  3. entwerfe
  4. entwerfen
  5. entwerfet
  6. entwerfen
2. Konjunktiv
  1. entwürfe
  2. entwürfest
  3. entwürfe
  4. entwürfen
  5. entwürfet
  6. entwürfen
Futur 1
  1. werde entwerfen
  2. wirst entwerfen
  3. wird entwerfen
  4. werden entwerfen
  5. werdet entwerfen
  6. werden entwerfen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde entwerfen
  2. würdest entwerfen
  3. würde entwerfen
  4. würden entwerfen
  5. würdet entwerfen
  6. würden entwerfen
Diverses
  1. entwerf!
  2. entwerft!
  3. entwerfen Sie!
  4. entworfen
  5. entwerfend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor entwerfen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afschilderen Abbilden; Abmalen
maken Anfertigen; Anfertigung; Erzeugung; Herstellen; Herstellung; Kreieren; Verfertigung
scheppen Anfertigen; Anfertigung; Herstellung; Kreieren; Schaufeln; Spaten; Verfertigung
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afschilderen abbilden; beschreiben; darstellen; entwerfen; schildern; skizzieren; umschreiben darstellen; schildern
beschrijven abbilden; beschreiben; darstellen; entwerfen; schildern; skizzieren; umschreiben benachrichtigen; beschreiben; erklären; erzählen; mitteilen; schildern; wiedergeben
concipiëren entwerfen; konzipieren
in concept schrijven entwerfen; im Konzept schreiben; skizzieren
in het leven roepen anfertigen; bilden; entstehen; entwerfen; entwickeln; erfinden; erschaffen; erzeugen; fabrizieren; formen; gestalten; herstellen; hervorbringen; ins Leben rufen; konstruieren; kreieren; machen; produzieren; schaffen; schöpfen; skizzieren; tun; verfertigen
maken anfertigen; bilden; entstehen; entwerfen; entwickeln; erfinden; erschaffen; erzeugen; fabrizieren; formen; gestalten; herstellen; hervorbringen; ins Leben rufen; konstruieren; kreieren; machen; produzieren; schaffen; schöpfen; skizzieren; tun; verfertigen anfertigen; ausbessern; bearbeiten; bilden; deichseln; entwickeln; erneuern; erstellen; erzeugen; fabrizieren; fertigbringen; fixen; flicken; formen; gestalten; gutmachen; heranbilden; herstellen; hinkriegen; innovieren; kneten; machen; modellieren; montieren; produzieren; reparieren; restaurieren; verfassen; verfertigen; vorbringen; wiederaufbauen; wiedereinsetzen; wiederherstellen; zeugen
omschrijven abbilden; beschreiben; darstellen; entwerfen; schildern; skizzieren; umschreiben bestimmen; definieren; festlegen; festsetzen; kennzeichnen; umschreiben
ontwerpen entwerfen; entwickeln; erfinden; hervorbringen; konstruieren; kreieren
scheppen anfertigen; bilden; entstehen; entwerfen; entwickeln; erfinden; erschaffen; erzeugen; fabrizieren; formen; gestalten; herstellen; hervorbringen; ins Leben rufen; konstruieren; kreieren; machen; produzieren; schaffen; schöpfen; skizzieren; tun; verfertigen aufgraben; ausgraben; graben; löffeln; schaufeln; schöpfen
schetsen abbilden; beschreiben; darstellen; entwerfen; schildern; skizzieren; umschreiben

Synoniemen voor "entwerfen":


Wiktionary: entwerfen

entwerfen
verb
  1. etwas in seinen Grundzügen entwickeln
entwerfen
verb
  1. bedenken en uitwerken op papier
  2. vooraf uitzoeken hoe het zal worden

Cross Translation:
FromToVia
entwerfen ontwerpen contrive — To invent, to make devices; to form designs especially by improvisation
entwerfen creëren; scheppen; ontwerpen create — to design, invest with a new form, shape etc.
entwerfen in 't klad maken; schetsen draft — to write a first version
entwerfen bedenken plot — transitive: to conceive
entwerfen ontwerpen concevoir — Créer, inventer, imaginer, par une opération de l'esprit.
entwerfen tekenen; aftekenen; trekken; uittekenen dessiner — Reeprésenter par un dessin
entwerfen ontwerpen; schetsen; uitstippelen esquisser — (term, Beaux-Arts) dessiner, prendre en esquisse.

Verwante vertalingen van entwerfen