Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: extern

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: extern

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

extern:
- extern; uitwonend
Wiktionary:
- extern → extern
- extern → uiterlijk, uitwendig

Nederlands naar Duits: Meer gegevens...

extern:
- extern; außer Haus wohnend; Remote-
Wiktionary:
- extern → extern

Duits

Uitgebreide vertaling voor extern (Duits) in het Nederlands

extern:

extern bijvoeglijk naamwoord

extern (außer Haus wohnend)
extern; uitwonend
- extern bijvoeglijk naamwoord
- uitwonend bijvoeglijk naamwoord
extern
extern
- extern bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor extern:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
extern	außer Haus wohnend; extern	Remote-
uitwonend	außer Haus wohnend; extern

Synoniemen voor "extern":

außen; außerhalb; draußen

Wiktionary: extern

extern

adjective

außerhalb eines bestimmten implizit mitdefinierten Bezugsystems
- extern → extern

extern

adjective

uitwendig
- extern → extern

Cross Translation:

From	To	Via
• extern	→ uiterlijk; uitwendig	↔ external — outside of something

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor extern (Nederlands) in het Duits

extern:

extern bijvoeglijk naamwoord

extern (uitwonend)
extern; außer Haus wohnend
- extern bijvoeglijk naamwoord
- außer Haus wohnend bijvoeglijk naamwoord
extern
Remote-
- Remote- bijvoeglijk naamwoord
extern
extern
- extern bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor extern:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
Remote-	extern
extern	extern; uitwonend
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
außer Haus wohnend	extern; uitwonend

Verwante woorden van "extern":

externe

Wiktionary: extern

extern

adjective

uitwendig
- extern → extern

extern

adjective

außerhalb eines bestimmten implizit mitdefinierten Bezugsystems
- extern → extern