Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Farce:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. farce:


Duits

Uitgebreide vertaling voor farce (Duits) in het Nederlands

Farce:

Farce [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Farce (Posse)
    de farce; de klucht; dwaze vertoning
  2. die Farce (Täuschung)
    de schertsvertoning; de farce

Vertaal Matrix voor Farce:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dwaze vertoning Farce; Posse
farce Farce; Posse; Täuschung
klucht Farce; Posse Komödie; Schwank
schertsvertoning Farce; Täuschung

Synoniemen voor "Farce":


Wiktionary: Farce


Cross Translation:
FromToVia
Farce klucht farce — style of humor


Wiktionary: farce

farce
noun
  1. een kort toneelstukje waarin een komisch geval uit het dagelijks leven wordt behandeld



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor farce (Nederlands) in het Duits

farce:

farce [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de farce (dwaze vertoning; klucht)
    die Posse; die Farce
    • Posse [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Farce [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. de farce (schertsvertoning)
    die Farce; die Täuschung
    • Farce [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Täuschung [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor farce:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Farce dwaze vertoning; farce; klucht; schertsvertoning
Posse dwaze vertoning; farce; klucht
Täuschung farce; schertsvertoning anamorfose; bedrog; camouflage; chimère; drogbeeld; droombeeld; fata morgana; fopperij; gezichtsbedrog; hersenschim; illusie; leugen; luchtspiegeling; misleiding; onechtheid; onwaarheid; oplichterij; schijnbeeld; valsheid; versluiering; waan; zwendel
- schijnvertoning

Verwante woorden van "farce":

  • farcen, farces

Synoniemen voor "farce":


Verwante definities voor "farce":

  1. het lijkt iets, maar het blijkt niets te zijn1
    • de diplomering was een farce1