Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: fest

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: fest

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. fest:
  2. Fest:
  3. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor fest (Duits) in het Nederlands

fest:

fest bijvoeglijk naamwoord

  1. fest (dauerhaft)
    hecht
    • hecht bijvoeglijk naamwoord
  2. fest (laut; hart; schnell; )
    hard; luid; hardop
    • hard bijvoeglijk naamwoord
    • luid bijvoeglijk naamwoord
    • hardop bijwoord
  3. fest (solide; zuverlässig; gediegen; )
    solide; stevig; degelijk
  4. fest (straff; eisern; streng; handfest)
    pittig; straf
    • pittig bijvoeglijk naamwoord
    • straf bijvoeglijk naamwoord
  5. fest (rechtschaffen; zuverlässig; gründlich; )
    betrouwbaar; deugdelijk; degelijk
  6. fest (kräftig; drastisch; durchgreifend; )
    doortastend; krachtdadig; drastisch; krachtig; ferm
  7. fest (tiefgewurzelt)
    diepgeworteld

Vertaal Matrix voor fest:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
straf Bestrafung; Freiheitsstrafe; Gefängnisstrafe; Haft; Strafe; Züchtigung
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
betrouwbaar dauerhaft; effektiv; fest; gediegen; gründlich; handfest; kräftig; rechtschaffen; robust; solid; solide; stabil; tauglich; tüchtig; zuverlässig
degelijk dauerhaft; effektiv; fest; gediegen; gründlich; handfest; kräftig; rechtschaffen; robust; solid; solide; stabil; tauglich; tüchtig; zuverlässig begründet; berechtigt; effektiv; eingehend; einschneidend; gedankenvoll; gediegen; grundlegend; gründlich; plausibel; rechtschaffen; solid; solide; stichhaltig; tief; tiefgehend; tiefschürfend; tiefsinnig; tüchtig; weise; zuverlässig
deugdelijk dauerhaft; effektiv; fest; gediegen; gründlich; handfest; kräftig; rechtschaffen; robust; solid; solide; stabil; tauglich; tüchtig; zuverlässig bewährt; effektiv; erprobt; gediegen; geprüft; gründlich; rechtschaffen; solid; solide; tüchtig; zuverlässig
diepgeworteld fest; tiefgewurzelt
doortastend drastisch; durchgreifend; energisch; entschieden; entschlossen; fest; intensiv; kräftig drastisch; durchgreifend; eingehend; energisch; entschieden; entschlossen; forsch; kraftvoll; kräftig; tatkräftig
drastisch drastisch; durchgreifend; energisch; entschieden; entschlossen; fest; intensiv; kräftig drastisch; durchgreifend; eingehend; energisch; entschieden; entschlossen; forsch; kraftvoll; kräftig; tatkräftig
ferm drastisch; durchgreifend; energisch; entschieden; entschlossen; fest; intensiv; kräftig beharrlich; beständig; dauerhaft; derb; drastisch; durchgreifend; eingehend; eisern; energisch; entschieden; entschlossen; entschlußfähig; forsch; gediegen; kraftvoll; kräftig; moralisch; robust; sicher; solide; stabil; standhaft; stark; stattlich; stramm; stämmig; tatkräftig; unerschütterlich
hard fest; gefühllos; geräuschvoll; hart; herb; hörbar; kaltblütig; laut; lauthals; lautstark; lärmend; sauer; schnell; schrill; schwierig; steif; streng; tosend; unsanft anzüglich; blitzschnell; brutal; emotielos; gellend; geräuschvoll; gewaltsam; gewalttätig; grell; grob; haarig; hartherzig; herzlos; höllisch; laut; lautstark; lärmend; mit hoher Geschwindigkeit; mitleidslos; rauh; roh; rücksichtslos; rüde; schrill; schroff; unbarmherzig; unberührt; unsanft; unzart; wild
hecht dauerhaft; fest
krachtdadig drastisch; durchgreifend; energisch; entschieden; entschlossen; fest; intensiv; kräftig drastisch; durchgreifend; eingehend; energisch; entschieden; entschlossen; forsch; kraftvoll; kräftig; tatkräftig
krachtig drastisch; durchgreifend; energisch; entschieden; entschlossen; fest; intensiv; kräftig dehnbar; drastisch; durchgreifend; effektiv; effizient; eingehend; elastisch; energisch; entschieden; entschlossen; erregt; federnd; feurig; forsch; gelenkig; gereizt; gewaltsam; gummiartig; hart; heftig; hitzig; inbrünstig; intensiv; kraftvoll; kräftig; mit Nachdruck; mit einer kräftigen Auswirkung; nachdrücklich; schlimm; spannkräftig; stark; stattlich; stramm; stämmig; tatkräftig; zweckmäßig
luid fest; gefühllos; geräuschvoll; hart; herb; hörbar; kaltblütig; laut; lauthals; lautstark; lärmend; sauer; schnell; schrill; schwierig; steif; streng; tosend; unsanft aus vollem Halse; aus voller Kehle; geräuschvoll; laut; lauthals; lautstark; lärmend; lärmig
pittig eisern; fest; handfest; straff; streng eine heftige Debatte; feurig; gepfeffert; gewürzt; gezalzenes; heftige; herzhaft; pikant; prikelnder Geschmack; scharf; würzig
solide dauerhaft; fest; gediegen; handfest; kräftig; robust; solide; stabil; tauglich; zuverlässig begründet; berechtigt; derb; eisern; forsch; gediegen; kraftvoll; kräftig; plausibel; robust; solide; stabil; stichhaltig
stevig dauerhaft; fest; gediegen; handfest; kräftig; robust; solide; stabil; tauglich; zuverlässig beharrlich; beständig; dauerhaft; derb; eine heftige Debatte; eisern; forsch; gediegen; gezalzenes; groß; heftige; kraftvoll; kräftig; robust; sicher; solide; stabil; standhaft; stark; stattlich; stramm; stämmig; unerschütterlich
straf eisern; fest; handfest; straff; streng
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hardop fest; gefühllos; geräuschvoll; hart; herb; hörbar; kaltblütig; laut; lauthals; lautstark; lärmend; sauer; schnell; schrill; schwierig; steif; streng; tosend; unsanft

Synoniemen voor "fest":


Wiktionary: fest

Cross Translation:
FromToVia
• fest → vast ↔ fast — firmly or securely fixed in place
• fest → stevig ↔ firmly — in a firm or definite or strong manner
• fest → hard ↔ hard — resistant to pressure
• fest → vast; solide ↔ solid — in the solid state
• fest → massief ↔ solid — large, massive
• fest → gevestigd; hecht; stevig; vast ↔ ferme — Qui a de la consistance, de la dureté.
• fest → permanent; altijddurend; eeuwig; voortdurend; doorlopend; onafgebroken; ononderbroken; blijvend; gedurig; vast ↔ permanent — Qui est stable, immuable, qui dure sans changer, qui dure constamment.
• fest → ferm; fors; hecht; potig; robuust; sterk; stevig; stoer; struis ↔ robuste — Qui est fort, vigoureux, résistant.

Fest:

Fest [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Fest (Festessen; Bankett; festlicheMaal; Galadiner)
    het feest; de party; de partij; het festijn; het partijtje
    • feest [het ~] zelfstandig naamwoord
    • party [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • partij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • festijn [het ~] zelfstandig naamwoord
    • partijtje [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. Fest (Festlichkeit)
    de party; de viering; de feestje
    • party [de ~] zelfstandig naamwoord
    • viering [de ~] zelfstandig naamwoord
    • feestje [de ~] zelfstandig naamwoord
  3. Fest (Festlichkeit)
    de feestviering
  4. Fest (Festival; Musikfest)
    het festival; het feest
    • festival [het ~] zelfstandig naamwoord
    • feest [het ~] zelfstandig naamwoord
  5. Fest (Jahresfest; Feiertag; Festtag; Feier; Geburtstag)
    de feestdag; het jaarfeest

Vertaal Matrix voor Fest:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
feest Bankett; Fest; Festessen; Festival; Galadiner; Musikfest; festlicheMaal Empfänge; Feier; Feierlichkeit; Festlichkeit; Fete; Party; Stattlichkeit; Vierung; Zeremonie
feestdag Feier; Feiertag; Fest; Festtag; Geburtstag; Jahresfest gesetzlicher Feiertag
feestje Fest; Festlichkeit
feestviering Fest; Festlichkeit
festijn Bankett; Fest; Festessen; Galadiner; festlicheMaal
festival Fest; Festival; Musikfest
jaarfeest Feier; Feiertag; Fest; Festtag; Geburtstag; Jahresfest
partij Bankett; Fest; Festessen; Galadiner; festlicheMaal Fußball; Fußballwettkampf; Fußballwettkämpfe; Gruppe; Menge; Partei; Partie; Schlacht; Spiel; Spielchen; Spielraum; Streit; Team; Wettbewerb; Wettkampf; Wettstreit; bestimmter Menge; politische Gruppierung; politische Partei
partijtje Bankett; Fest; Festessen; Galadiner; festlicheMaal Runde; Spielchen
party Bankett; Fest; Festessen; Festlichkeit; Galadiner; festlicheMaal
viering Fest; Festlichkeit Empfänge; Feier; Feierlichkeit; Festlichkeit; Fete; Party; Stattlichkeit; Vierung; Zeremonie
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
partij Los

Synoniemen voor "Fest":


Wiktionary: Fest

Fest
noun
  1. een vermakelijke en vreugdevolle sociale gelegenheid
Cross Translation:
FromToVia
• Fest → festiviteit; fuif; feest; viering ↔ celebration — social gathering for entertainment and fun
• Fest → feest; party; viering ↔ party — social gathering

Verwante vertalingen van fest







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0617 seconde
Page rendered in 1.0 seconds