Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Finnisch:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor finnisch (Duits) in het Nederlands

Finnisch:

Finnisch [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Finnisch
    het Fins
    • Fins [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Finnisch:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Fins Finnisch

Wiktionary: Finnisch

Finnisch
noun
  1. een taal die wordt gesproken in Finland

Cross Translation:
FromToVia
Finnisch Fins Finnish — language
Finnisch Fins finnoislangue parlée en Finlande.


Wiktionary: finnisch

finnisch
adjective
  1. zum Volk der Finnen gehörig
  2. die Sprache Finnisch betreffend
  3. aus Finnland kommend, zu Finnland gehörig
finnisch
adjective
  1. betreffende Finland of het Fins

Cross Translation:
FromToVia
finnisch Fins Finnish — of Finland
finnisch Fins Finnish — of the Finnish language