Duits

Uitgebreide vertaling voor freuen (Duits) in het Nederlands

freuen:

freuen werkwoord (freue, freust, freut, freute, freutet, gefreut)

  1. freuen (erfreuen; verführen; gefallen; )
    verheugd; verblijden; plezieren; in verrukking brengen; blij maken; verrukken
    • verheugd werkwoord
    • verblijden werkwoord (verblijd, verblijdt, verblijdde, verblijdden, verblijd)
    • plezieren werkwoord (plezier, pleziert, plezierde, plezierden, geplezierd)
    • in verrukking brengen werkwoord (breng in verrukking, brengt in verrukking, bracht in verrukking, brachten in verrukking, in verrukking gebracht)
    • blij maken werkwoord (maak blij, maakt blij, maakte blij, maakten blij, blij gemaakt)
    • verrukken werkwoord (verruk, verrukt, verrukte, verrukten, verrukt)

Conjugations for freuen:

Präsens
  1. freue
  2. freust
  3. freut
  4. freuen
  5. freut
  6. freuen
Imperfekt
  1. freute
  2. freutest
  3. freute
  4. freuten
  5. freutet
  6. freuten
Perfekt
  1. habe gefreut
  2. hast gefreut
  3. hat gefreut
  4. haben gefreut
  5. habt gefreut
  6. haben gefreut
1. Konjunktiv [1]
  1. freue
  2. freuest
  3. freue
  4. freuen
  5. freuet
  6. freuen
2. Konjunktiv
  1. freute
  2. freutest
  3. freute
  4. freuten
  5. freutet
  6. freuten
Futur 1
  1. werde freuen
  2. wirst freuen
  3. wird freuen
  4. werden freuen
  5. werdet freuen
  6. werden freuen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde freuen
  2. würdest freuen
  3. würde freuen
  4. würden freuen
  5. würdet freuen
  6. würden freuen
Diverses
  1. freue!
  2. freut!
  3. freuen Sie!
  4. gefreut
  5. freuend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor freuen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
blij maken beglücken; bezaubern; entzücken; erfreuen; freuen; gefallen; reizen; scharmieren; verführen; verzaubern aufmuntern; erfreuen; ermuntern; gefallen; helfen; sichfreuen
in verrukking brengen beglücken; bezaubern; entzücken; erfreuen; freuen; gefallen; reizen; scharmieren; verführen; verzaubern
plezieren beglücken; bezaubern; entzücken; erfreuen; freuen; gefallen; reizen; scharmieren; verführen; verzaubern erfreuen; gefallen
verblijden beglücken; bezaubern; entzücken; erfreuen; freuen; gefallen; reizen; scharmieren; verführen; verzaubern
verheugd beglücken; bezaubern; entzücken; erfreuen; freuen; gefallen; reizen; scharmieren; verführen; verzaubern
verrukken beglücken; bezaubern; entzücken; erfreuen; freuen; gefallen; reizen; scharmieren; verführen; verzaubern
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verheugd begeistert; entzückt; erfreut; heiter; munter; vergnüglich; vergnügt
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
verrukken entzücken

Synoniemen voor "freuen":

  • erfreut sein; Freude empfinden; frohlocken

Wiktionary: freuen

freuen
verb
  1. met verlangen op iets wachten

Cross Translation:
FromToVia
freuen uitkijken naar; ernaar uitkijken om look forward to — anticipate, expect, or wait for
freuen jubelen rejoice — be happy
freuen met vlaggen versieren pavoiser — marine|fr garnir un bâtiment de ses pavois et pavillons.

Verwante vertalingen van freuen