Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. futsch:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor futsch (Duits) in het Nederlands

futsch:

futsch bijvoeglijk naamwoord

  1. futsch (ksst)
    ksst; weg; vort; heen
  2. futsch (weg; fort; verschwunden)
    voort

Vertaal Matrix voor futsch:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
weg Bahn; Chaussee; Straße; Strecke; Teilstrecke; Weg
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
heen futsch; ksst
voort fort; futsch; verschwunden; weg
vort futsch; ksst
weg futsch; ksst davon; hinaus; vergangen; verloren; verschwunden; von hier; weg
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ksst futsch; ksst

Synoniemen voor "futsch":


Wiktionary: futsch

futsch
  1. salopp, nur prädikativ: fort, verloren gegangen oder kaputt
futsch
adjective
  1. niet terug te vinden