Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- trüben:
-
Wiktionary:
- getrübt → warrig, verward
- trüben → storen, ergeren, kwaad maken, donker worden, versomberen, dempen, vertroebelen, verduisteren, dooreenhalen, van zijn stuk brengen, verwarren, verwisselen, agiteren, ophitsen, opruien, opstoken, opwinden, schudden
Duits
Uitgebreide vertaling voor getrübt (Duits) in het Nederlands
getrübt vorm van trüben:
-
trüben
vertroebelen; troebel maken-
troebel maken werkwoord (maak troebel, maakt troebel, maakte troebel, maakten troebel, troebel gemaakt)
-
trüben
Conjugations for trüben:
Präsens
- trübe
- trübst
- trübt
- trüben
- trübt
- trüben
Imperfekt
- trübte
- trübtest
- trübte
- trübten
- trübtet
- trübten
Perfekt
- habe getrübt
- hast getrübt
- hat getrübt
- haben getrübt
- habt getrübt
- haben getrübt
1. Konjunktiv [1]
- trübe
- trübest
- trübe
- trüben
- trübet
- trüben
2. Konjunktiv
- trübte
- trübtest
- trübte
- trübten
- trübtet
- trübten
Futur 1
- werde trüben
- wirst trüben
- wird trüben
- werden trüben
- werdet trüben
- werden trüben
1. Konjunktiv [2]
- würde trüben
- würdest trüben
- würde trüben
- würden trüben
- würdet trüben
- würden trüben
Diverses
- trüb!
- trübt!
- trüben Sie!
- getrübt
- trübend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor trüben:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
dof maken | trüben | |
troebel maken | trüben | |
vertroebelen | trüben |
Synoniemen voor "trüben":
Wiktionary: trüben
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• trüben | → storen; ergeren; kwaad maken | ↔ roil — render turbid |
• trüben | → donker worden; versomberen; dempen | ↔ foncer — garnir d’un fond. |
• trüben | → vertroebelen; verduisteren; dooreenhalen; van zijn stuk brengen; verwarren; verwisselen; agiteren; ophitsen; opruien; opstoken; opwinden; schudden | ↔ troubler — rendre trouble. |