Duits

Uitgebreide vertaling voor harmlos (Duits) in het Nederlands

harmlos:

harmlos bijvoeglijk naamwoord

  1. harmlos (ungefährlich)
    onschadelijk; onschuldig; ongevaarlijk; gevaarloos
  2. harmlos (mühelos; ungezwungen; einfach; )
    moeiteloos; zonder moeite; in een handomdraai; vanzelf
  3. harmlos (unschuldig; arglos; gutartig; schuldlos)
    onschuldig; schuldloos; schuldeloos
  4. harmlos (risikolos; ungefährlich; gefahrlos)
    risicoloos

Vertaal Matrix voor harmlos:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gevaarloos harmlos; ungefährlich
moeiteloos anspruchslos; einfach; einfältig; formlos; gefügig; gelinde; gemächlich; gewöhnlich; glatt; harmlos; imHandumdrehen; kindisch; leicht; licht; mühelos; sanft; schlicht; simpel; ungekünstelt; ungezwungen; zwanglos
ongevaarlijk harmlos; ungefährlich
onschadelijk harmlos; ungefährlich
onschuldig arglos; gutartig; harmlos; schuldlos; ungefährlich; unschuldig blütenweiß; einwandfrei; fehlerfrei; fleckenlos; frisch; jungfraulich; keusch; makellos; rein; sauber; schneeweiß; unbefleckt; unberührt; unschuldig
risicoloos gefahrlos; harmlos; risikolos; ungefährlich
schuldeloos arglos; gutartig; harmlos; schuldlos; unschuldig
schuldloos arglos; gutartig; harmlos; schuldlos; unschuldig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vanzelf anspruchslos; einfach; einfältig; formlos; gefügig; gelinde; gemächlich; gewöhnlich; glatt; harmlos; imHandumdrehen; kindisch; leicht; licht; mühelos; sanft; schlicht; simpel; ungekünstelt; ungezwungen; zwanglos selbständig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
in een handomdraai anspruchslos; einfach; einfältig; formlos; gefügig; gelinde; gemächlich; gewöhnlich; glatt; harmlos; imHandumdrehen; kindisch; leicht; licht; mühelos; sanft; schlicht; simpel; ungekünstelt; ungezwungen; zwanglos
zonder moeite anspruchslos; einfach; einfältig; formlos; gefügig; gelinde; gemächlich; gewöhnlich; glatt; harmlos; imHandumdrehen; kindisch; leicht; licht; mühelos; sanft; schlicht; simpel; ungekünstelt; ungezwungen; zwanglos

Synoniemen voor "harmlos":


Wiktionary: harmlos


Cross Translation:
FromToVia
harmlos ongevaarlijk harmless — incapable of causing harm or danger
harmlos onschuldig; onschadelijk innocuous — harmless
harmlos goedaardig; ongevaarlijk; veilig; onschadelijk inoffensif — Qui n'est pas dangereux, qui ne fait pas de mal.
harmlos safe; veilig; zeker; goedaardig; ongevaarlijk; behouden; geborgen; betrouwbaar; vertrouwd; bona fide; gewis; stellig; vast; vaststaand; verzekerd; wis sûrdont on ne douter pas ; certain ; indubitable ; vrai.