Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- importieren:
-
Wiktionary:
- importieren → importeren, invoeren
- importieren → invoeren, importeren, erg zijn, ter zake doen, van belang zijn
Duits
Uitgebreide vertaling voor importieren (Duits) in het Nederlands
importieren:
-
importieren (einführen)
-
importieren (einstellen; eingeben; installieren; starten; einführen; einbauen; einspeisen; initiieren; eintippen; führen; einsetzen; hineinstecken; inaugurieren)
-
importieren
Conjugations for importieren:
Präsens
- importiere
- importierst
- importiert
- importieren
- importiert
- importieren
Imperfekt
- importierte
- importiertest
- importierte
- importierten
- importiertet
- importierten
Perfekt
- habe importiert
- hast importiert
- hat importiert
- haben importiert
- habt importiert
- haben importiert
1. Konjunktiv [1]
- importiere
- importierest
- importiere
- importieren
- importieret
- importieren
2. Konjunktiv
- importierte
- importiertest
- importierte
- importierten
- importiertet
- importierten
Futur 1
- werde importieren
- wirst importieren
- wird importieren
- werden importieren
- werdet importieren
- werden importieren
1. Konjunktiv [2]
- würde importieren
- würdest importieren
- würde importieren
- würden importieren
- würdet importieren
- würden importieren
Diverses
- importiere!
- importiert!
- importieren Sie!
- importiert
- importierend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor importieren:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| afstemmen | Abstimmen; Abstimmung; Einstellen; Feineinstellung | |
| instellen | Abstimmen; Einschätzung; Einstellen; Feineinstellung; Peilung | |
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| afstemmen | einbauen; einführen; eingeben; einsetzen; einspeisen; einstellen; eintippen; führen; hineinstecken; importieren; inaugurieren; initiieren; installieren; starten | ablehnen; abschlagen; abstimmen; abweisen; ausschlagen; einstellen; gleichrichten; gleichschalten; verweigern; verwerfen; zurückweisen |
| importeren | einführen; importieren | |
| instellen | einbauen; einführen; eingeben; einsetzen; einspeisen; einstellen; eintippen; führen; hineinstecken; importieren; inaugurieren; initiieren; installieren; starten | errichten; gründen |
| invoeren | einführen; importieren | eingeben; errichten; gründen |
Synoniemen voor "importieren":
Wiktionary: importieren
importieren
Cross Translation:
verb
-
Waren aus dem Ausland in das eigene Land einführen
- importieren → importeren; invoeren
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • importieren | → invoeren; importeren | ↔ import — to bring in from a foreign country |
| • importieren | → importeren; invoeren; erg zijn; ter zake doen; van belang zijn | ↔ importer — comm|fr apporter, introduire dans un pays des productions étranger. |
Nederlands