Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. koten:
    • Wiktionary:
      koten → poepen
    • Synoniemen voor "koten":
      abkoten; abstuhlen; defäkieren; den Darm entleeren; Häufchen machen; kacken; Kot ausscheiden; scheißen; stuhlen; wursten; ausscheiden
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. kot:


Duits

Uitgebreide vertaling voor koten (Duits) in het Nederlands

koten:


Synoniemen voor "koten":

  • abkoten; abstuhlen; defäkieren; den Darm entleeren; Häufchen machen; kacken; Kot ausscheiden; scheißen; stuhlen; wursten; ausscheiden

Wiktionary: koten


Cross Translation:
FromToVia
koten poepen defecate — to empty the bowels of feces



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor koten (Nederlands) in het Duits

kot:

kot [het ~] zelfstandig naamwoord

  1. het kot (armoedige woning; hut)
    die Hütte; Kabuff; die Scheune; die Bruchbude
    • Hütte [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Kabuff [das ~] zelfstandig naamwoord
    • Scheune [die ~] zelfstandig naamwoord
    • Bruchbude [die ~] zelfstandig naamwoord
  2. het kot (krot; hutje)
    der Schuppen; die Box
    • Schuppen [der ~] zelfstandig naamwoord
    • Box [die ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor kot:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
Box hutje; kot; krot box; opbergruimte
Bruchbude armoedige woning; hut; kot hok; hut; hutje; kavalje; krot; krotwoning
Hütte armoedige woning; hut; kot cabine; dierenverblijfplaats; herdershut; herdershutje; hok; huis; hut; hutje; kajuit; kavalje; kleine herdershut; krot; krotwoning; optrekje; stulp; verblijf
Kabuff armoedige woning; hut; kot
Scheune armoedige woning; hut; kot rottent; schuur
Schuppen hutje; kot; krot autogarages; autostallingen; berghok; berghokken; berging; bergingen; bergruimte; box; garages; hokje; hokken; krot; krotwoning; opbergruimte; schuur; schuurtje; wagenschuren

Verwante woorden van "kot":

  • kotten, koten, kots, kotje