Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: maskieren

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: maskieren

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

maskieren:
- Wiktionary:
  maskieren → maskeren
- Synoniemen voor "maskieren":
  kostümieren; verkleiden
  unkenntlich machen; verbergen
  camouflieren; den Blicken entziehen; kaschieren; tarnen; verhehlen; verheimlichen; verstecken

Duits

Uitgebreide vertaling voor maskieren (Duits) in het Nederlands

Spelling Suggesties voor: maskieren

markieren; massieren; maskiert; maximieren; migrieren; musizieren; montieren; maueren; marinieren; marteren

maskieren:

Synoniemen voor "maskieren":

kostümieren; verkleiden
unkenntlich machen; verbergen
camouflieren; den Blicken entziehen; kaschieren; tarnen; verhehlen; verheimlichen; verstecken

Wiktionary: maskieren

Cross Translation:

From	To	Via
• maskieren	→ maskeren	↔ mask — To cover, as the face, by way of concealment or defense against injury

Computer vertaling door derden:

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor maskieren (Nederlands) in het Duits

maskieren: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

maïs: Mais
kier: Schlitz; Falz; Furche

Spelling Suggesties voor: maskieren

maskeren; maskerden; masseren; mankeren; markeren; manieren; majoreren; mieren; marineren; marcheren

Computer vertaling door derden: