Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: paddeln

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: paddeln

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

paddeln:
- peddelen
Wiktionary:
- paddeln → ploeteren, kabbelen, klapperen, klotsen, plassen, plonzen, door het water plassen, peddelen, flodderen, waden

Duits

Uitgebreide vertaling voor paddeln (Duits) in het Nederlands

paddeln:

paddeln werkwoord (paddele, paddelst, paddelt, paddelte, paddeltet, gepaddelt)

paddeln
peddelen
- peddelen werkwoord (peddel, peddelt, peddelde, peddelden, gepeddeld)

Conjugations for paddeln:

Präsens

paddele
paddelst
paddelt
paddelen
paddelt
paddelen

Imperfekt

paddelte
paddeltest
paddelte
paddelten
paddeltet
paddelten

Perfekt

habe gepaddelt
hast gepaddelt
hat gepaddelt
haben gepaddelt
habt gepaddelt
haben gepaddelt

1. Konjunktiv [1]

paddele
paddelest
paddele
paddelen
paddelet
paddelen

2. Konjunktiv

paddelte
paddeltest
paddelte
paddelten
paddeltet
paddelten

Futur 1

werde paddeln
wirst paddeln
wird paddeln
werden paddeln
werdet paddeln
werden paddeln

1. Konjunktiv [2]

würde paddeln
würdest paddeln
würde paddeln
würden paddeln
würdet paddeln
würden paddeln

Diverses

paddel!
paddelt!
paddelen Sie!
gepaddelt
paddelnd

1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor paddeln:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
peddelen	paddeln

Synoniemen voor "paddeln":

pullen; rudern; skullen; ertüchtigen; körperlich ertüchtigen; Sport treiben; sporteln; trainieren

Wiktionary: paddeln

Cross Translation:

From	To	Via
• paddeln	→ ploeteren; kabbelen; klapperen; klotsen; plassen; plonzen; door het water plassen; peddelen	↔ barboter — bredouiller, marmonner, parler d’une manière confuse, s’embrouiller dans ses explications.
• paddeln	→ flodderen; plassen; waden; door het water plassen; peddelen; ploeteren	↔ patauger — marcher dans une eau bourbeux.