Duits

Uitgebreide vertaling voor quer (Duits) in het Nederlands

quer:

quer bijvoeglijk naamwoord

  1. quer (gekreutzt)
    kruiselings; dwars; overdwars
  2. quer
    dwars op

Vertaal Matrix voor quer:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dwars gekreutzt; quer dickköpfig; eigensinnig; eigenwillig; schief; starrköpfig; starrsinnig; störrisch; widerspenstig
kruiselings gekreutzt; quer
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
overdwars gekreutzt; quer
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dwars op quer

Synoniemen voor "quer":


Wiktionary: quer

quer
adverb
  1. schräg, von der einen zur anderen Seite
  2. querformatig, liegend, waagerecht, horizontal

Cross Translation:
FromToVia
quer dwars over; van de ene kant naar de andere athwart — From side to side, across
quer kruislings; kruiselings crosswise — transversely
quer behalve; buiten; aan de overkant van; over; overheen; over … heen outrepeau de bouc préparer et cousue pour recevoir des liquides.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van quer