Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Zoek: regelmäßig

Duitse en Nederlandse zoekresultaten voor: regelmäßig

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. regelmäßig:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor regelmäßig (Duits) in het Nederlands

regelmäßig:

regelmäßig bijvoeglijk naamwoord

  1. regelmäßig (häufig; viel; mehrmals; )
    vaak; veelvuldig; regelmatig; frequent; dikwijls; meermaals; menigmaal
  2. regelmäßig (oft)
    vaak; regelmatig
  3. regelmäßig (regulär; normal; reglär; )
    regelmatig; regulier; geregeld; op vaste tijden
  4. regelmäßig (in einem festen Rythmus; gleichmäßig)
    regelmatig; met vast ritme; geregeld
  5. regelmäßig
    regelmatig; met regelmaat
  6. regelmäßig (beständig; gleichmäßig; wiederholt; turnusmäßig)
    constant; bestendig
  7. regelmäßig (geordnet; gleichmäßig)
    ordelijk; gerangschikt; opgeruimd

Vertaal Matrix voor regelmäßig:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bestendig beständig; gleichmäßig; regelmäßig; turnusmäßig; wiederholt beständig gegen; gewachsen; unabänderlich; unveränderlich
constant beständig; gleichmäßig; regelmäßig; turnusmäßig; wiederholt andauernd; anhaltend; durchgehend; fortgesetzt; fortwährend; immer; konstant; kontinuierlich; unabgebrochen; unablässig; unaufhörlich; ununterbrochen
geregeld durchgehend; durchweg; gewohnt; gewöhnlich; gleichmäßig; in einem festen Rythmus; normal; regelmäßig; reglär; regulär; ständig organisiert
opgeruimd geordnet; gleichmäßig; regelmäßig aufgeräumt; ausgelassen; begeistert; fröhlich; geordent; gepflegt; heiter; lustig; munter; ordentlich; sauber; tadellos
ordelijk geordnet; gleichmäßig; regelmäßig aufgeräumt; gepflegt; ordentlich; sauber; tadellos
regelmatig durchgehend; durchweg; gewohnt; gewöhnlich; gleichmäßig; in einem festen Rythmus; normal; oft; regelmäßig; reglär; regulär; ständig
regulier durchgehend; durchweg; gewohnt; gewöhnlich; normal; regelmäßig; reglär; regulär; ständig
vaak oft; regelmäßig meist; meistens; meistenteils
veelvuldig immer; jedesmal; mehrfach; wiederholt
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dikwijls frequent; gleichmäßig; haufenweise; hoch; häufig; mehrfach; mehrmals; regelmäßig; schwer; stark; turnusmäßig; viel; wiederholt
frequent frequent; gleichmäßig; haufenweise; hoch; häufig; mehrfach; mehrmals; regelmäßig; schwer; stark; turnusmäßig; viel; wiederholt
meermaals frequent; gleichmäßig; haufenweise; hoch; häufig; mehrfach; mehrmals; regelmäßig; schwer; stark; turnusmäßig; viel; wiederholt
menigmaal frequent; gleichmäßig; haufenweise; hoch; häufig; mehrfach; mehrmals; regelmäßig; schwer; stark; turnusmäßig; viel; wiederholt
regelmatig frequent; gleichmäßig; haufenweise; hoch; häufig; mehrfach; mehrmals; regelmäßig; schwer; stark; turnusmäßig; viel; wiederholt
vaak frequent; gleichmäßig; haufenweise; hoch; häufig; mehrfach; mehrmals; regelmäßig; schwer; stark; turnusmäßig; viel; wiederholt
veelvuldig frequent; gleichmäßig; haufenweise; hoch; häufig; mehrfach; mehrmals; regelmäßig; schwer; stark; turnusmäßig; viel; wiederholt
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gerangschikt geordnet; gleichmäßig; regelmäßig
meermaals immer; jedesmal; mehrfach; wiederholt
met regelmaat regelmäßig
met vast ritme gleichmäßig; in einem festen Rythmus; regelmäßig
op vaste tijden durchgehend; durchweg; gewohnt; gewöhnlich; normal; regelmäßig; reglär; regulär; ständig

Synoniemen voor "regelmäßig":


Wiktionary: regelmäßig

regelmäßig
adjective
  1. immer wieder
  2. in festen örtlichen oder zeitlichen Abständen wiederholen
regelmäßig
adjective
  1. aan een bepaalde regel gehoorzamend
adverb
  1. op gezette tijden
Cross Translation:
FromToVia
• regelmäßig → regelmatig; regelmatige ↔ regular — with constant frequency
• regelmäßig → regelmatig; regelmatige ↔ regular — grammar







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0595 seconde
Page rendered in 1.0 seconds