Duits

Uitgebreide vertaling voor rollend (Duits) in het Nederlands

rollen:

rollen werkwoord (rolle, rollst, rollt, rollte, rolltet, gerollt)

  1. rollen (sich wälzen; rotieren; herumwirbeln; )
    draaien; roteren; rollen; wentelen; ronddraaien; kantelen
    • draaien werkwoord (draai, draait, draaide, draaiden, gedraaid)
    • roteren werkwoord (roteer, roteert, roteerde, roteerden, geroteerd)
    • rollen werkwoord (rol, rolt, rolde, rolden, gerold)
    • wentelen werkwoord (wentel, wentelt, wentelde, wentelden, gewenteld)
    • ronddraaien werkwoord (draai rond, draait rond, draaide rond, draaiden rond, rondgedraaid)
    • kantelen werkwoord (kantel, kantelt, kantelde, kantelden, gekanteld)
  2. rollen (wirbeln; drehen; winden; )
    draaien; kolken; ronddraaien
    • draaien werkwoord (draai, draait, draaide, draaiden, gedraaid)
    • kolken werkwoord (kolk, kolkt, kolkte, kolkten, gekolkt)
    • ronddraaien werkwoord (draai rond, draait rond, draaide rond, draaiden rond, rondgedraaid)
  3. rollen (gleiten)
    taxiën
  4. rollen
    verrollen
    • verrollen werkwoord (verrol, verrolt, verrolde, verrolden, verrold)

Conjugations for rollen:

Präsens
  1. rolle
  2. rollst
  3. rollt
  4. rollen
  5. rollt
  6. rollen
Imperfekt
  1. rollte
  2. rolltest
  3. rollte
  4. rollten
  5. rolltet
  6. rollten
Perfekt
  1. habe gerollt
  2. hast gerollt
  3. hat gerollt
  4. haben gerollt
  5. habt gerollt
  6. haben gerollt
1. Konjunktiv [1]
  1. rolle
  2. rollest
  3. rolle
  4. rollen
  5. rollet
  6. rollen
2. Konjunktiv
  1. rollte
  2. rolltest
  3. rollte
  4. rollten
  5. rolltet
  6. rollten
Futur 1
  1. werde rollen
  2. wirst rollen
  3. wird rollen
  4. werden rollen
  5. werdet rollen
  6. werden rollen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde rollen
  2. würdest rollen
  3. würde rollen
  4. würden rollen
  5. würdet rollen
  6. würden rollen
Diverses
  1. roll!
  2. rollt!
  3. rollen Sie!
  4. gerollt
  5. rollend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor rollen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
draaien Drehen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
draaien ausreden; drechseln; drehen; herumdrehen; herumschwenken; herumwirbeln; heucheln; kehren; kreiseln; kugeln; mit dem Kreisel spielen; quirlen; rieseln; rollen; rotieren; schwenken; sich drehen; sich herum drehen; sich wälzen; sichdrehen; strudeln; stöbern; säuseln; transformieren; umdrehen; umkehren; umwenden; verdrehen; winden; wirbeln Zweifingerdrehung; drehen; eindrehen; herumdrehen; herumwirbeln; kehren; kreiseln; rotieren; schwenken; sich drehen; umdrehen; umkehren; wenden; wirbeln
kantelen drehen; herumdrehen; herumschwenken; herumwirbeln; kehren; kugeln; rollen; rotieren; sich drehen; sich herum drehen; sich wälzen; transformieren; umdrehen; umkehren; umwenden; verdrehen kanten; kentern; kippen; umfallen; umkippen
kolken ausreden; drechseln; drehen; herumdrehen; herumwirbeln; heucheln; kreiseln; mit dem Kreisel spielen; quirlen; rieseln; rollen; schwenken; sichdrehen; strudeln; stöbern; säuseln; winden; wirbeln kreiseln; sich drehen; wirbeln
rollen drehen; herumdrehen; herumschwenken; herumwirbeln; kehren; kugeln; rollen; rotieren; sich drehen; sich herum drehen; sich wälzen; transformieren; umdrehen; umkehren; umwenden; verdrehen
ronddraaien ausreden; drechseln; drehen; herumdrehen; herumschwenken; herumwirbeln; heucheln; kehren; kreiseln; kugeln; mit dem Kreisel spielen; quirlen; rieseln; rollen; rotieren; schwenken; sich drehen; sich herum drehen; sich wälzen; sichdrehen; strudeln; stöbern; säuseln; transformieren; umdrehen; umkehren; umwenden; verdrehen; winden; wirbeln
roteren drehen; herumdrehen; herumschwenken; herumwirbeln; kehren; kugeln; rollen; rotieren; sich drehen; sich herum drehen; sich wälzen; transformieren; umdrehen; umkehren; umwenden; verdrehen
taxiën gleiten; rollen
verrollen rollen
wentelen drehen; herumdrehen; herumschwenken; herumwirbeln; kehren; kugeln; rollen; rotieren; sich drehen; sich herum drehen; sich wälzen; transformieren; umdrehen; umkehren; umwenden; verdrehen

Synoniemen voor "rollen":

  • kollern; kugeln; kullern
  • Bildschirminhalt verschieben; blättern; scrollen

Wiktionary: rollen

rollen
verb
  1. zich wentelend over een oppervlak bewegen

Cross Translation:
FromToVia
rollen rollen roll — to cause to revolve
rollen rollen roll — to drive or impel forward with an easy motion
rollen rollen roll — to move, or cause to be moved, upon rollers or small wheels
rollen taxiën taxi — move an aircraft
rollen oprollen; strengelen; wikkelen; winden enroulerrouler plusieurs fois une chose autour d’une autre, ou sur elle-même.
rollen bedotten; rollen; wentelen rouler — Traductions à trier suivant le sens



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor rollend (Nederlands) in het Duits

rollen:

rollen werkwoord (rol, rolt, rolde, rolden, gerold)

  1. rollen (wentelen; draaien; roteren; ronddraaien; kantelen)
    rollen; rotieren; herumwirbeln; drehen; herumschwenken; umwenden; kehren; umdrehen; herumdrehen; sich drehen; sich wälzen; kugeln; umkehren; sich herum drehen; verdrehen; transformieren
    • rollen werkwoord (rolle, rollst, rollt, rollte, rolltet, gerollt)
    • rotieren werkwoord (rotiere, rotierst, rotiert, rotierte, rotiertet, rotiert)
    • herumwirbeln werkwoord (wirble herum, wirbelst herum, wirbelt herum, wirbelte herum, wirbeltet herum, herumgewirbelt)
    • drehen werkwoord (drehe, drehst, dreht, drehte, drehtet, gedreht)
    • herumschwenken werkwoord (schwenke herum, schwenkst herum, schwenkt herum, schwenkte herum, schwenktet herum, herumgeschwenkt)
    • umwenden werkwoord (wende um, wendest um, wendet um, wendete um, wendetet um, umgewendet)
    • kehren werkwoord (kehre, kehrst, kehrt, kehrte, kehrtet, gekehrt)
    • umdrehen werkwoord (drehe um, drehst um, dreht um, drehte um, drehtet um, umgedreht)
    • herumdrehen werkwoord (drehe herum, drehst herum, dreht herum, drehte herum, drehtet herum, herumgedreht)
    • sich drehen werkwoord (drehe mich, drehst dich, dreht sich, drehte sich, drehtet euch, sich gedreht)
    • sich wälzen werkwoord (wälze mich, wälzt dich, wälzt sich, wälzte sich, wälztet euch, sich gewälzt)
    • kugeln werkwoord (kugele, kugelst, kugelt, kugelte, kugeltet, gekugelt)
    • umkehren werkwoord (kehre um, kehrst um, kehrt um, kehrte um, kehrtet um, umgekehrt)
    • sich herum drehen werkwoord
    • verdrehen werkwoord (verdrehe, verdrehst, verdreht, verdrehte, verdrehtet, verdreht)
    • transformieren werkwoord (transformiere, transformierst, transformiert, transformierte, transformiertet, transformiert)

Conjugations for rollen:

o.t.t.
  1. rol
  2. rolt
  3. rolt
  4. rollen
  5. rollen
  6. rollen
o.v.t.
  1. rolde
  2. rolde
  3. rolde
  4. rolden
  5. rolden
  6. rolden
v.t.t.
  1. heb gerold
  2. hebt gerold
  3. heeft gerold
  4. hebben gerold
  5. hebben gerold
  6. hebben gerold
v.v.t.
  1. had gerold
  2. had gerold
  3. had gerold
  4. hadden gerold
  5. hadden gerold
  6. hadden gerold
o.t.t.t.
  1. zal rollen
  2. zult rollen
  3. zal rollen
  4. zullen rollen
  5. zullen rollen
  6. zullen rollen
o.v.t.t.
  1. zou rollen
  2. zou rollen
  3. zou rollen
  4. zouden rollen
  5. zouden rollen
  6. zouden rollen
en verder
  1. ben gerold
  2. bent gerold
  3. is gerold
  4. zijn gerold
  5. zijn gerold
  6. zijn gerold
diversen
  1. rol!
  2. rolt!
  3. gerold
  4. rollend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Vertaal Matrix voor rollen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
drehen draaien; kantelen; rollen; ronddraaien; roteren; wentelen draaien; filmen; keren; kolken; met iemand worstelen; omdraaien; overstag gaan; ronddraaien; wenden; worstelen
herumdrehen draaien; kantelen; rollen; ronddraaien; roteren; wentelen draaien; iets omdraaien; keren; kolken; omdraaien; omkeren; omwenden; omzwaaien; ronddraaien; rondtollen; tollen; wenden; zich omdraaien; zwenken
herumschwenken draaien; kantelen; rollen; ronddraaien; roteren; wentelen heen-en-weer-zwaaien; iets omdraaien; omkeren; rondzwaaien
herumwirbeln draaien; kantelen; rollen; ronddraaien; roteren; wentelen draaien; kolken; ronddraaien; rondtollen; tollen
kehren draaien; kantelen; rollen; ronddraaien; roteren; wentelen dateren; draaien; keren; omdraaien; omkeren; overstag gaan; teruggaan; teruggrijpen; wederkeren; weerkeren; wenden; zwenken
kugeln draaien; kantelen; rollen; ronddraaien; roteren; wentelen kogelen
rollen draaien; kantelen; rollen; ronddraaien; roteren; wentelen draaien; kolken; ronddraaien; taxiën; verrollen
rotieren draaien; kantelen; rollen; ronddraaien; roteren; wentelen draaien; omrollen; omwentelen
sich drehen draaien; kantelen; rollen; ronddraaien; roteren; wentelen draaien; kolken; rondtollen; rondwentelen; tollen; wenden; wervelen; wielen; zwenken
sich herum drehen draaien; kantelen; rollen; ronddraaien; roteren; wentelen
sich wälzen draaien; kantelen; rollen; ronddraaien; roteren; wentelen
transformieren draaien; kantelen; rollen; ronddraaien; roteren; wentelen omschakelen van stroom; transformeren
umdrehen draaien; kantelen; rollen; ronddraaien; roteren; wentelen draaien; iets omdraaien; keren; omdraaien; omkeren; omrollen; omwenden; omwentelen; teruggaan; wederkeren; weerkeren; wegdraaien; wenden; zich omdraaien; zwenken
umkehren draaien; kantelen; rollen; ronddraaien; roteren; wentelen draaien; iets omdraaien; keren; omkeren; retourneren; teruggaan; terugkeren; terugkomen; wederkeren; weerkeren; wenden; zich omdraaien; zwenken
umwenden draaien; kantelen; rollen; ronddraaien; roteren; wentelen iets omdraaien; omkeren; retourneren; terugkeren; terugkomen
verdrehen draaien; kantelen; rollen; ronddraaien; roteren; wentelen iets omdraaien; omkeren; verdraaien

Verwante woorden van "rollen":


Wiktionary: rollen

rollen
verb
  1. zich wentelend over een oppervlak bewegen
  2. rollend materieel

Cross Translation:
FromToVia
rollen rollen roll — to cause to revolve
rollen rollen roll — to drive or impel forward with an easy motion
rollen rollen roll — to move, or cause to be moved, upon rollers or small wheels
rollen quacksalbern; Kurpfuscherei betreiben; rollen; wälzen rouler — Traductions à trier suivant le sens