Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
-
schlank:
- slank; dun; tenger; fijngebouwd; fijn; rank; mager; dun van gestalte; rijzig; spichtig; sprieterig; lichtgebouwd; wankelend; wankelbaar; los; wankel; onvast
- Wiktionary:
Duits
Uitgebreide vertaling voor schlank (Duits) in het Nederlands
schlank:
-
schlank (zierlich; dünn; schmächtig; leichtgebaut; fein; zart; zerbrechlich; rank; grazil; zierlich gebaut)
-
schlank (rank; schmächtig)
mager; rank; dun van gestalte-
mager bijvoeglijk naamwoord
-
rank bijvoeglijk naamwoord
-
dun van gestalte bijvoeglijk naamwoord
-
-
schlank (hochgewachsen; groß; stattlich)
-
schlank (spindeldürr; dünn; hager)
mager; tenger; spichtig; sprieterig-
mager bijvoeglijk naamwoord
-
tenger bijvoeglijk naamwoord
-
spichtig bijvoeglijk naamwoord
-
sprieterig bijvoeglijk naamwoord
-
-
schlank (zart; zerbrechlich; rank; grazil; scmächtig)
-
schlank (schwankend; wackelig; instabil; flatterhaft; unsicher; grundlos; unzuverlässig; wechselhaft; ungewiß; rank; unbeständig; schmächtig; wandelbar; unfest; veränderlich; wankelmütig; unsolide)
Vertaal Matrix voor schlank:
Synoniemen voor "schlank":
Wiktionary: schlank
Computer vertaling door derden: