Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. schmirgeln:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor schmirgeln (Duits) in het Nederlands

schmirgeln:

schmirgeln werkwoord (schmirgele, schmirgelst, schmirgelt, schmirgelte, schmirgeltet, geschmirgelt)

  1. schmirgeln (abscheuern)
    afschuren
    • afschuren werkwoord (schuur af, schuurt af, schuurde af, schuurden af, afgeschuurd)
  2. schmirgeln (flächen; egalisieren; polieren; )
    egaliseren; gelijkmaken; effenen; gladmaken
    • egaliseren werkwoord (egaliseer, egaliseert, egaliseerde, egaliseerden, geëgaliseerd)
    • gelijkmaken werkwoord (maak gelijk, maakt gelijk, maakte gelijk, maakten gelijk, gelijk gemaakt)
    • effenen werkwoord (effen, effent, effende, effenden, geëffend)
    • gladmaken werkwoord (maak glad, maakt glad, maakte glad, maakten glad, gladgemaakt)
  3. schmirgeln (glattstreichen; schleifen; schlichten; )
    gladmaken; gladwrijven
    • gladmaken werkwoord (maak glad, maakt glad, maakte glad, maakten glad, gladgemaakt)
    • gladwrijven werkwoord (wrijf glad, wrijft glad, wreef glad, wreven glad, gladgewreven)

Conjugations for schmirgeln:

Präsens
  1. schmirgele
  2. schmirgelst
  3. schmirgelt
  4. schmirgeln
  5. schmirgelt
  6. schmirgeln
Imperfekt
  1. schmirgelte
  2. schmirgeltest
  3. schmirgelte
  4. schmirgelten
  5. schmirgeltet
  6. schmirgelten
Perfekt
  1. habe geschmirgelt
  2. hast geschmirgelt
  3. hat geschmirgelt
  4. haben geschmirgelt
  5. habt geschmirgelt
  6. haben geschmirgelt
1. Konjunktiv [1]
  1. schmirgele
  2. schmirgelest
  3. schmirgele
  4. schmirgeln
  5. schmirgelet
  6. schmirgeln
2. Konjunktiv
  1. schmirgelte
  2. schmirgeltest
  3. schmirgelte
  4. schmirgelten
  5. schmirgeltet
  6. schmirgelten
Futur 1
  1. werde schmirgeln
  2. wirst schmirgeln
  3. wird schmirgeln
  4. werden schmirgeln
  5. werdet schmirgeln
  6. werden schmirgeln
1. Konjunktiv [2]
  1. würde schmirgeln
  2. würdest schmirgeln
  3. würde schmirgeln
  4. würden schmirgeln
  5. würdet schmirgeln
  6. würden schmirgeln
Diverses
  1. schmirgel!
  2. schmirgelt!
  3. schmirgelen Sie!
  4. geschmirgelt
  5. schmirgelnd
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor schmirgeln:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gelijkmaken Angleichen; Assimilieren; Ebnen; Nivellieren
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afschuren abscheuern; schmirgeln
effenen ausbügeln; ausstreichen; bügeln; ebnen; egalisieren; florieren; flächen; funkeln; glatthobeln; glimmen; glitzern; glätten; polieren; schaben; schimmern; schleifen; schlichten; schmirgeln abplatten; ausstreichen; ebnen; egalisieren; glätten
egaliseren ausbügeln; ausstreichen; bügeln; ebnen; egalisieren; florieren; flächen; funkeln; glatthobeln; glimmen; glitzern; glätten; polieren; schaben; schimmern; schleifen; schlichten; schmirgeln ausstreichen; ebnen; egalisieren; glätten
gelijkmaken ausbügeln; ausstreichen; bügeln; ebnen; egalisieren; florieren; flächen; funkeln; glatthobeln; glimmen; glitzern; glätten; polieren; schaben; schimmern; schleifen; schlichten; schmirgeln ausgleichen; ebnen; egalisieren; nivellieren
gladmaken abscheuern; aufpolieren; ausbügeln; ausrüsten; ausstreichen; bügeln; ebnen; egalisieren; feilen; florieren; flächen; funkeln; glatthobeln; glattstreichen; glimmen; glitzern; glätten; herausputzen; polieren; schaben; scheuern; schimmern; schleifen; schlichten; schmirgeln
gladwrijven abscheuern; aufpolieren; ausrüsten; feilen; glattstreichen; glätten; herausputzen; polieren; schaben; scheuern; schleifen; schlichten; schmirgeln

Synoniemen voor "schmirgeln":


Wiktionary: schmirgeln

schmirgeln
verb
  1. een oppervlak glad maken door wrijving met een ruw oppervlak van grotere hardheid

Cross Translation:
FromToVia
schmirgeln schuren sand — to abrade with sand or sandpaper

Computer vertaling door derden: