Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor sofortig (Duits) in het Nederlands

sofortig:

sofortig bijvoeglijk naamwoord

  1. sofortig (nah genug; schier; alsbald; )
    bijna; nagenoeg; schier; welhaast; haast
  2. sofortig (geschwind; direkt; auf der Stelle; )
    gauw; gezwind; direct
    • gauw bijvoeglijk naamwoord
    • gezwind bijvoeglijk naamwoord
    • direct bijvoeglijk naamwoord
  3. sofortig (unmittelbar; augenblicklich; direkt; auf der Stelle)
    direct; dadelijk; zo meteen
  4. sofortig (unverzüglich; unmittelbar; direkt; )
    onverwijld
  5. sofortig (frontal; klassenweise; unmittelbar; )
    frontaal; klassikaal

Vertaal Matrix voor sofortig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
haast Dringlichkeit; Eile; Emsigkeit; Gehetz; Hast; Hetze; Raschheit; Schnelligkeit; Tempo; Überstürzung
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
dadelijk auf der Stelle; augenblicklich; direkt; sofortig; unmittelbar augenblicklich; direkt; sofort
direct auf der Stelle; augenblicklich; direkt; flink; geschwind; hastig; rasch; schleunig; schnell; sofortig; unmittelbar augenblicklich; deutlich; direkt; geradlinig; gleich; kerzengerade; klar; noch einen Moment; offensichtlich; schnurgerade; sofort; sogleich; sonnenklar; ungeschminkt; unmittelbar; unverblümt
frontaal auf der Stelle; direkt; frontal; klassenweise; schnell; schnurgerade; sofortig; unmittelbar
gauw auf der Stelle; direkt; flink; geschwind; hastig; rasch; schleunig; schnell; sofortig alsbald; bald; geschwind; hastig; rasch; schleunig; schnell
gezwind auf der Stelle; direkt; flink; geschwind; hastig; rasch; schleunig; schnell; sofortig
klassikaal auf der Stelle; direkt; frontal; klassenweise; schnell; schnurgerade; sofortig; unmittelbar
onverwijld auf der Stelle; augenblicklich; direkt; prompt; sofortig; unmittelbar; unverzüglich
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bijna alsbald; auf der Stelle; direkt; nah genug; schier; sofortig; unmittelbar
haast alsbald; auf der Stelle; direkt; nah genug; schier; sofortig; unmittelbar
nagenoeg alsbald; auf der Stelle; direkt; nah genug; schier; sofortig; unmittelbar
schier alsbald; auf der Stelle; direkt; nah genug; schier; sofortig; unmittelbar
welhaast alsbald; auf der Stelle; direkt; nah genug; schier; sofortig; unmittelbar
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zo meteen auf der Stelle; augenblicklich; direkt; sofortig; unmittelbar gleich; noch einen Moment; sofort; sogleich

Synoniemen voor "sofortig":


Wiktionary: sofortig

sofortig
adjective
  1. nicht verzögert; ohne Verzögerung stattfindend

Cross Translation:
FromToVia
sofortig onmiddellijk; direct immediate — without delay
sofortig ogenblikkelijk; prompt; direct; live; onmiddellijk; rechtstreeks immédiat — Qui agir, qui produire sans intermédiaire.