Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. streben:
  2. Streben:
  3. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor streben (Duits) in het Nederlands

streben:

streben werkwoord (strebe, strebst, strebt, strebte, strebtet, gestrebt)

  1. streben
    afstevenen
    • afstevenen werkwoord (steven af, stevent af, stevende af, stevenden af, afgestevend)

Conjugations for streben:

Präsens
  1. strebe
  2. strebst
  3. strebt
  4. streben
  5. strebt
  6. streben
Imperfekt
  1. strebte
  2. strebtest
  3. strebte
  4. strebten
  5. strebtet
  6. strebten
Perfekt
  1. habe gestrebt
  2. hast gestrebt
  3. hat gestrebt
  4. haben gestrebt
  5. habt gestrebt
  6. haben gestrebt
1. Konjunktiv [1]
  1. strebe
  2. strebest
  3. strebe
  4. streben
  5. strebet
  6. streben
2. Konjunktiv
  1. strebte
  2. strebtest
  3. strebte
  4. strebten
  5. strebtet
  6. strebten
Futur 1
  1. werde streben
  2. wirst streben
  3. wird streben
  4. werden streben
  5. werdet streben
  6. werden streben
1. Konjunktiv [2]
  1. würde streben
  2. würdest streben
  3. würde streben
  4. würden streben
  5. würdet streben
  6. würden streben
Diverses
  1. streb!
  2. strebt!
  3. streben Sie!
  4. gestrebt
  5. strebend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor streben:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afstevenen streben

Synoniemen voor "streben":


Wiktionary: streben

streben
verb
  1. sich voller Energie zu einem bestimmten Ort, Ziel hin bewegen
streben
verb
  1. een doel willen bereiken

Cross Translation:
FromToVia
streben ambiëren; nastreven aspire — to hope or dream
streben streven strive — to try to achieve

Streben:

Streben [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Streben (Ambition; Ehrgeiz; Eifer; Bestreben; Bemühen)
    de ambitie; het streven; de aspiratie
    • ambitie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • streven [het ~] zelfstandig naamwoord
    • aspiratie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  2. Streben (Ehrgeiz; Ambition; Bemühen; )
    de ambitie; de eerzucht
    • ambitie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • eerzucht [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Streben:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ambitie Ambition; Bemühen; Bestreben; Bestrebung; Ehrgeiz; Eifer; Streben Anstreben; Anstrebung; Beabsichtigen; Bezwecken; Erstreben
aspiratie Ambition; Bemühen; Bestreben; Ehrgeiz; Eifer; Streben Anstreben; Anstrebung; Beabsichtigen; Bezwecken; Erstreben
eerzucht Ambition; Bemühen; Bestreben; Bestrebung; Ehrgeiz; Eifer; Streben
streven Ambition; Bemühen; Bestreben; Ehrgeiz; Eifer; Streben Anstreben; Anstrebung; Beabsichtigen; Bezwecken; Erstreben; Ziel; Zielsetzung; Zweck
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
streven anstreben; bestreben; erstreben; trachten

Synoniemen voor "Streben":


Wiktionary: Streben


Cross Translation:
FromToVia
Streben ambitie; eerzucht ambitionrecherche d’honneurs, de gloire, d’élévation sociale, de distinction.
Streben begeerte; zucht; lust; verlangen; wens; zin; heilwens; zegewens; aspiratie; sollicitatie souhaitvœu, désir qu’une chose accomplir.

Verwante vertalingen van streben