Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- ventilieren:
-
Wiktionary:
- ventilieren → verluchtigen, luchten, spuien, uitluchten, ventileren, wannen
Duits
Uitgebreide vertaling voor ventilieren (Duits) in het Nederlands
ventilieren:
Conjugations for ventilieren:
Präsens
- ventiliere
- ventilierst
- ventiliert
- ventilieren
- ventiliert
- ventilieren
Imperfekt
- ventilierte
- ventiliertest
- ventilierte
- ventilierten
- ventiliertet
- ventilierten
Perfekt
- habe ventiliert
- hast ventiliert
- hat ventiliert
- haben ventiliert
- habt ventiliert
- haben ventiliert
1. Konjunktiv [1]
- ventiliere
- ventilierest
- ventiliere
- ventilieren
- ventilieret
- ventilieren
2. Konjunktiv
- ventilierte
- ventiliertest
- ventilierte
- ventilierten
- ventiliertet
- ventilierten
Futur 1
- werde ventilieren
- wirst ventilieren
- wird ventilieren
- werden ventilieren
- werdet ventilieren
- werden ventilieren
1. Konjunktiv [2]
- würde ventilieren
- würdest ventilieren
- würde ventilieren
- würden ventilieren
- würdet ventilieren
- würden ventilieren
Diverses
- ventilier!
- ventiliert!
- ventilieren Sie!
- ventiliert
- ventilierend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor ventilieren:
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| ontluchten | belüften; lüften; ventilieren | |
| ventileren | belüften; lüften; ventilieren |
Synoniemen voor "ventilieren":
Wiktionary: ventilieren
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • ventilieren | → verluchtigen | ↔ ventilate — To circulate air through a building, etc. |
| • ventilieren | → luchten; spuien; uitluchten; ventileren; wannen | ↔ aérer — assainir en mettre en contact avec l’air. |
| • ventilieren | → luchten; spuien; uitluchten; ventileren; wannen | ↔ ventiler — renouveler l’air au moyen d’un ventilateur. |