Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. wie:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Duits:   Meer gegevens...
  1. wie:
  2. Wiktionary:
  3. Gebruikers suggesties voor wie:
    • wem


Duits

Uitgebreide vertaling voor wie (Duits) in het Nederlands

wie:

wie bijvoeglijk naamwoord

  1. wie (gleichwie; als; gemäß; )
    zoals; naar
    • zoals bijvoeglijk naamwoord
    • naar bijvoeglijk naamwoord
  2. wie
    hoe; op welke manier
  3. wie (wieviel)
    hoeveel; wat
    • hoeveel bijvoeglijk naamwoord
    • wat bijvoeglijk naamwoord
  4. wie (im übereinstimmung mit; gemäß; gleichwie)
  5. wie (in dem Maße; je nachdem)
    naarmate; naargelang
  6. wie (ebenso)
    evenzo; net zo

Vertaal Matrix voor wie:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wat Watte; Wattebausch; Wattepfropfen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
naar als; da; denn; gemäß; gleichwie; indem; indes; indessen; ja; so; weil; wie; wo; wogegen; während ekelhaft; eklig; elend; erbärmlich; gegen; irgendwohin; kaltherzig; lästig; miserabel; nach; schlecht; schwer; störend; trübselig; trübsinnig; unangenehm; unbequem; unpäßlich; widerlich; zu; zur; übel
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
evenzo ebenso; wie ebenso; gemäß; genau; identisch
hoe wie was für
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
hoezeer ook wie
wat eines; etwas; was
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hoeveel wie; wieviel
in overeenstemming met gemäß; gleichwie; im übereinstimmung mit; wie entsprechend; folgens; gemäß; in Übereinstimmung mit; kraft
naargelang in dem Maße; je nachdem; wie
naarmate in dem Maße; je nachdem; wie
net zo ebenso; wie dasselbe; derselbe; dieselbe; einander entsprechend; einander gleich; einförmig; einheitlich; gleich; gleichartig; gleichförmig; gleichwertig; identisch; unverändert
op welke manier wie
wat wie; wieviel einige; etwas; gewisse
zoals als; da; denn; gemäß; gleichwie; indem; indes; indessen; ja; so; weil; wie; wo; wogegen; während

Synoniemen voor "wie":


Wiktionary: wie

wie
adverb
  1. -
  2. in Ausrufen des Bedauerns, Erstaunens, der Freude
  3. als relativer Anschluss
wie
adverb
  1. op welke wijze
conjunction
  1. in die mate als
  2. bijvoorbeeld

Cross Translation:
FromToVia
wie hoe how — in what manner
wie hoe how — to what degree
wie hoe how — used as a modifier to indicate surprise, delight, or other strong feelings
wie hoe how — in which way
wie hoe how — in what state
wie wat; huh — to indicate that one didn't hear
wie zoals like — such as
wie zoals; als; lijkend op; gelijk like — somewhat similar to

Verwante vertalingen van wie



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor wie (Nederlands) in het Duits

wie:

wie

  1. wie

Vertaal Matrix voor wie:

OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
wer wie

Verwante definities voor "wie":

  1. woord waarmee je verwijst naar een persoon1
    • wie dat zegt, kent ons niet1

Wiktionary: wie

wie
  1. vragend voornaamwoord
  2. betrekkelijk voornaamwoord

Cross Translation:
FromToVia
wie wer who — who? (interrogative pronoun)

Verwante vertalingen van wie