Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. willkommen:
  2. Willkommen:
  3. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor willkommen (Duits) in het Nederlands

willkommen:

willkommen bijvoeglijk naamwoord

  1. willkommen (erwünscht)
    welkom
    • welkom bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor willkommen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
welkom Begrüßung; Empfang; Willkommen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
welkom erwünscht; willkommen wilkommen

Synoniemen voor "willkommen":


Wiktionary: willkommen

willkommen
adjective
  1. erwünscht, gern gesehen, angenehm
  2. Grußformel, mit der man jemanden willkommen heißt

Cross Translation:
FromToVia
willkommen welkom! welcome — greeting given upon someone's arrival
willkommen welkom; welkome; graag gezien welcome — whose arrival is a cause of joy

Willkommen:

Willkommen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Willkommen (Begrüßung; Empfang)
    welkom
    • welkom [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Willkommen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
welkom Begrüßung; Empfang; Willkommen
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
welkom erwünscht; wilkommen; willkommen

Wiktionary: Willkommen

Willkommen
noun
  1. gewenst zijn te blijven
  2. begroeting