Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. wirtschaftlich:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor wirtschaftlich (Duits) in het Nederlands

wirtschaftlich:

wirtschaftlich bijvoeglijk naamwoord

  1. wirtschaftlich (in Beziehung der Ekonomie; ökonomisch; gewerblich; )
  2. wirtschaftlich (kommerziell; kaufmännisch; gewerblich; geschäftlich; dienstlich)
    commercieel; op winst gericht
  3. wirtschaftlich (sparsam; ökonomisch)
    zuinig; spaarzaam; zuinigjes; economisch

Vertaal Matrix voor wirtschaftlich:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
commercieel dienstlich; geschäftlich; gewerblich; kaufmännisch; kommerziell; wirtschaftlich
economisch geizig; genau; gewerblich; in Beziehung der Ekonomie; schütter; sparsam; spärlich; wirtschaftlich; ökonomisch
spaarzaam sparsam; wirtschaftlich; ökonomisch
zuinig sparsam; wirtschaftlich; ökonomisch
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zuinigjes sparsam; wirtschaftlich; ökonomisch
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
betrekking hebbend op economie geizig; genau; gewerblich; in Beziehung der Ekonomie; schütter; sparsam; spärlich; wirtschaftlich; ökonomisch
op winst gericht dienstlich; geschäftlich; gewerblich; kaufmännisch; kommerziell; wirtschaftlich

Synoniemen voor "wirtschaftlich":


Wiktionary: wirtschaftlich

wirtschaftlich
adjective
  1. betreffende economie

Cross Translation:
FromToVia
wirtschaftlich economisch economical — relating to economy
wirtschaftlich zuinig; spaarzaam economical — careful with money

Computer vertaling door derden: