Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. zugig:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor zügig (Duits) in het Nederlands

zugig:

zugig bijvoeglijk naamwoord

  1. zugig
    trekkerig; tochtig

Vertaal Matrix voor zugig:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
tochtig zugig
trekkerig zugig

zügig:


Synoniemen voor "zügig":

  • eiligst; fix; flott; flugs; geschwind; hurtig; im Nu; im Sauseschritt; in Windeseile; prompt; rapid; rapide; rasant; rasch; ratz-fatz; ruck-zuck; schnell; speditiv; wie ein Lauffeuer; wie im Fluge; Zeit sparend; zeitsparend; zusehends

Wiktionary: zügig

zügig
adjective
  1. mit großer Geschwindigkeit und ohne Unterbrechung
zügig
adjective
  1. gemakkelijk, eenvoudig, zonder veel problemen