Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Überleben:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Überleben (Duits) in het Nederlands

Überleben:

Überleben [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Überleben (Fortbestehen; Fortbestand)
    overleven; voortleven; het voortbestaan

Vertaal Matrix voor Überleben:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
overleven Fortbestand; Fortbestehen; Überleben
voortbestaan Fortbestand; Fortbestehen; Überleben
voortleven Fortbestand; Fortbestehen; Überleben
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
overleven überdauern; überleben; überstehen
voortbestaan andauern; anhalten; fortdauern; fortwähren; standhalten; währen
voortleven weiterleben