Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Überschrift:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Überschrift (Duits) in het Nederlands

Überschrift:

Überschrift [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Überschrift (Anfang einer Brief; Titel; Anfang)
    de titel; de aanhef; het hoofd
    • titel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • aanhef [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • hoofd [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. der Überschrift (Aufschrift; Titelzeile; Legende)
    de titel; het opschrift
    • titel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • opschrift [het ~] zelfstandig naamwoord

Überschrift [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Überschrift (Schlagzeile; Rubrik; Titel)
    de krantenkop; de kop
    • krantenkop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • kop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Überschrift

  1. Überschrift (Kopf; Kopfzeile; Header)

Vertaal Matrix voor Überschrift:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanhef Anfang; Anfang einer Brief; Titel; Überschrift
hoofd Anfang; Anfang einer Brief; Titel; Überschrift Anführer; Boss; Chef; Führer; Gebieter; Hauptmann; HauptmanneinerGruppe; Kopf; Kopf des Tisches; Kopfende; Kugel; Leiter; Rektor; Schuldirektor; Schulleiter; Schulvorsteher; Stammeshäuptling; Vorgesetzte; Vorstand; Vorsteher; Zwiebel
kop Rubrik; Schlagzeile; Titel; Überschrift Kaffeetasse; Schlagzeile; Tasse
krantenkop Rubrik; Schlagzeile; Titel; Überschrift
opschrift Aufschrift; Legende; Titelzeile; Überschrift Inschrift; Inskription
titel Anfang; Anfang einer Brief; Aufschrift; Legende; Titel; Titelzeile; Überschrift Anspruchtitel; Buchtitel; Rechtstitel; Titel
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
berichtkop Header; Kopf; Kopfzeile; Überschrift Nachrichtenkopf; P2-Kopfzeile
header Header; Kopf; Kopfzeile; Überschrift
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
hoofd hauptsächliche

Synoniemen voor "Überschrift":