Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Abgewöhnen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Abgewöhnen (Duits) in het Nederlands

Abgewöhnen:

Abgewöhnen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Abgewöhnen
    ontwennen; afleren; afwennen

Vertaal Matrix voor Abgewöhnen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afleren Abgewöhnen
afwennen Abgewöhnen
ontwennen Abgewöhnen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afleren abgewöhnen; entwöhnen; verlernen
ontwennen abgewöhnen; entwöhnen; verlernen