Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Abschreiben:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Abschreiben (Duits) in het Nederlands

Abschreiben:

Abschreiben [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Abschreiben
    afschrijven
  2. Abschreiben (Abgucken)
    overschrijven; overkalken; spieken; afkijken

Vertaal Matrix voor Abschreiben:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afkijken Abgucken; Abschreiben
afschrijven Abschreiben
overkalken Abgucken; Abschreiben
overschrijven Abgucken; Abschreiben
spieken Abgucken; Abschreiben
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afkijken abschreiben
afschrijven abschreiben; amortisieren
overschrijven abschreiben; außer Kraft setzen; deponieren; eintragenlassen; herüberschicken; hinterlegen; kopieren; umbuchen von Geld; übermitteln; überschreiben; übersenden; überweisen
spieken abschreiben

Wiktionary: Abschreiben

Abschreiben
noun
  1. de conversie naar een geschreven tekst van een andere geschreven, getypte of gedrukte tekst.