Abstand in het Nederlands vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Abstand:
- afstand; distantie; eindpunt; spatie; losgeld; opvulling
Wiktionary:
- Abstand → afstand
- Abstand → eind, afstand, interval, end, tussenruimte, tussenpoos, tussentijd, spatie

Duits

Uitgebreide vertaling voor Abstand (Duits) in het Nederlands

der Abstand (Distanz; Entfernung)
de afstand; de distantie; het eindpunt
- afstand [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- distantie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- eindpunt [het ~] zelfstandig naamwoord
der Abstand (Zwischenraum)
de spatie
- spatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
der Abstand (Abkaufsumme; Abfindungssumme; Abfindungsgeld)
het losgeld
- losgeld [het ~] zelfstandig naamwoord
der Abstand (Innenabstand)
de opvulling
- opvulling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afstand	Abstand; Distanz; Entfernung	Strecke; Teilstrecke
distantie	Abstand; Distanz; Entfernung
eindpunt	Abstand; Distanz; Entfernung	Bestimmung; Endpunkt; Entgültiges Ziel; Finish; Reisebestimmung; Ziel; Zielbahnhof; Ziellinie
losgeld	Abfindungsgeld; Abfindungssumme; Abkaufsumme; Abstand
opvulling	Abstand; Innenabstand	Füllsel; Füllstoff; Füllung
spatie	Abstand; Zwischenraum

Abstand

noun

räumlicher oder zeitlicher Zwischenraum, räumliche Entfernung zwischen zwei Punkten, Zeitabschnitt zwischen zwei Zeitpunkten auch im übertragenen Sinn
- Abstand → afstand

Abstand

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• Abstand	→ eind; afstand	↔ distance — amount of space between two points
• Abstand	→ interval	↔ interval — distance in space
• Abstand	→ afstand; eind; end	↔ distance — (figuré) différence de nature, de statut, de classe sociale.
• Abstand	→ interval; tussenruimte; tussenpoos; tussentijd; spatie	↔ intervalle — distance d’un lieu à un autre.