Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Amputation:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Amputation (Duits) in het Nederlands

Amputation:

Amputation [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Amputation (Amputieren)
    wegnemen; de amputatie; afzetten; amputeren

Vertaal Matrix voor Amputation:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afzetten Amputation; Amputieren
amputatie Amputation; Amputieren
amputeren Amputation; Amputieren
wegnemen Amputation; Amputieren Abnehmen; Amputieren; Entfernen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afzetten abgrenzen; absetzen; abstecken; abstellen; abwerfen; abzäunen; amputieren; ausmachen; ausschalten; aussteigen lassen; begrenzen; bemogeln; beschwindeln; betrogen werden; betrügen; einfassen; einhegen; einsäumen; einzäunen; festlegen; hereinlegen; jemanden prellen; neppen; prellen; schmeißen; stillsetzen; stoppen; säumen; trassieren; umranden; umzäunen; verarschen; werfen; zum Stillstand bringen; übertölpeln; übervorteilen
amputeren amputieren
wegnemen abhandenmachen; abnehmen; abräumen; aufholen; beseitigen; entfernen; entnehmen; entwenden; fortbringen; fortnehmen; fortschaffen; hinterziehen; klauen; rauben; stehlen; vertreiben; veruntreuen; wegholen; wegnehmen; wegschaffen; wegschnappen; wegtun

Wiktionary: Amputation

Amputation
noun
  1. Medizin: die operative Abtrennung von Körperteilen aufgrund von Verletzungen oder anderer medizinischer Indikationen

Cross Translation:
FromToVia
Amputation amputatie; afzetting amputation — chir|fr action d’amputer.