Duits

Uitgebreide vertaling voor Amt (Duits) in het Nederlands

Amt:

Amt [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Amt (Instanz; Dienststelle; Einrichtung; Stelle; Anstalt)
    de organisatie; de instelling; de instantie; het lichaam

Vertaal Matrix voor Amt:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
instantie Amt; Anstalt; Dienststelle; Einrichtung; Instanz; Stelle Autorität
instelling Amt; Anstalt; Dienststelle; Einrichtung; Instanz; Stelle Abstellung; Anordnung; Einstellung; Errichtung; Geistesverfassung; Gemütslage; Gemütszustand; Gleichschaltung; Gleichstellung; Gründung; Haltung; Mentalität; Scharf stellen; Stiftung
lichaam Amt; Anstalt; Dienststelle; Einrichtung; Instanz; Stelle Anatomie; Korpus; Körper; Leib; Rumpf
organisatie Amt; Anstalt; Dienststelle; Einrichtung; Instanz; Stelle Anordnung; Aufbau; Aufeinanderfolge; Aufstellung; Bau; Einteilung; Fusion; Gemeinschaft; Genossenschaft; Geselligkeitsverein; Gesellschaft; Gestaltung; Gilde; Gruppe; Handwerksgilde; Klub; Konstruktion; Korporation; Kreis; Ordnung; Organisation; Rangordnung; Runde; Struktur; System; Verein; Vereinigung; Zusammensetzung

Synoniemen voor "Amt":


Wiktionary: Amt

Amt
noun
  1. officiële betrekking
  2. een bezigheid waaruit men inkomsten haalt

Cross Translation:
FromToVia
Amt bureau; overheidsdienst; dienst office — administrative unit
Amt advocatenkantoor; bureau; bureel; kantoor bureau — (vieilli) désuet|fr étoffe de bure.
Amt ambt; baan; betrekking; werkkring; plaats; post; wachtpost; werkgelegenheid emploiusage qu’on fait de quelque chose.
Amt ambt; baan; betrekking; werkkring; plaats; functie fonction — Activité qui tend à un but précis
Amt dienst; magazijn; provisiekamer; provisiekast; voorraadkamer; ambt; baan; betrekking; werkkring; plaats office — Fonction, emploi
Amt dienst; eetservies; servies; afdeling; geleding; sectie; ambt; baan; betrekking; werkkring; plaats serviceétat, fonctions, devoirs de quelqu’un qui servir une personne ou une collectivité.

Verwante vertalingen van Amt