Duits

Uitgebreide vertaling voor Anheften (Duits) in het Nederlands

Anheften:

Anheften [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Anheften (Anheftung; Festheftung; Festheften)
    de aanhechting
  2. Anheften (Anfügen)
    aanhechten; vasthechten
  3. Anheften (Ankleben)
    aanplakken; vastplakken
  4. Anheften (Ankleben)
    het voorzetten; aanhechten; voorplakken; voorvoegen

Vertaal Matrix voor Anheften:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanhechten Anfügen; Anheften; Ankleben
aanhechting Anheften; Anheftung; Festheften; Festheftung
aanplakken Anheften; Ankleben
vasthechten Anfügen; Anheften
vastplakken Anheften; Ankleben
voorplakken Anheften; Ankleben
voorvoegen Anheften; Ankleben
voorzetten Anheften; Ankleben
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanhechten anheften; festheften; heften; klammern
vasthechten anheften; ankleben; aufkleben; festheften; festkleben; heften
vastplakken anheften; ankleben; anleimen; aufkleben; festheften; festkleben; haften; heften; kleben; leimen; zusammenkleben
voorzetten anrichten; auftischen; auftragen; bedienen; dienen; servieren

Synoniemen voor "Anheften":

  • Beiheften