Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Annäherung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Annäherung (Duits) in het Nederlands

Annäherung:

Annäherung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Annäherung (Avance)
    de avance; de toenadering

Annäherung [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Annäherung (Bemühung; Entgegenkommen)
    tegemoetkomen; naderen

Vertaal Matrix voor Annäherung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
avance Annäherung; Avance
naderen Annäherung; Bemühung; Entgegenkommen
tegemoetkomen Annäherung; Bemühung; Entgegenkommen
toenadering Annäherung; Avance
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
naderen anfliegen; annähern; begegnen; entgegengehen; entgegenkommen; heranfliegen; herankommen; näher kommen; sich nähern; zufliegen
tegemoetkomen annähern; begegnen; entgegengehen; entgegenkommen; herankommen

Synoniemen voor "Annäherung":


Wiktionary: Annäherung

Annäherung
noun
  1. gezichtspunt, de richting van waaruit men naar iets beschouwd .