Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Anreden:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Anreden (Duits) in het Nederlands

Anreden:

Anreden [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Anreden (Ansprechen)
    aanspreken; benaderen; spreken tot

Vertaal Matrix voor Anreden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanspreken Anreden; Ansprechen
benaderen Anreden; Ansprechen
spreken tot Anreden; Ansprechen Ansprache halten; Ansprechen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanspreken an das Gefühl appelieren; ansprechen; appellieren an
benaderen annähern; herankommen