Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Anziehung:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Anziehung (Duits) in het Nederlands

Anziehung:

Anziehung [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Anziehung
    de aantrekking
  2. die Anziehung (Reiz; Verlockung)
    de attractiviteit; de aantrekkelijkheid
  3. die Anziehung (Auflauf; Zusammenlauf)
    de oploop
    • oploop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Anziehung:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aantrekkelijkheid Anziehung; Reiz; Verlockung Anmut; Bezauberung; Charme; Grazie; Lieblichkeit; Liebreiz; Reiz; Scharm; Verführung; Versuchung; Zauber
aantrekking Anziehung
attractiviteit Anziehung; Reiz; Verlockung
oploop Anziehung; Auflauf; Zusammenlauf

Synoniemen voor "Anziehung":


Wiktionary: Anziehung


Cross Translation:
FromToVia
Anziehung aantrekkingskracht attraction — The tendency to attract