Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Arrivieren:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Arrivieren (Duits) in het Nederlands

Arrivieren:

Arrivieren [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Arrivieren (Ankommen)
    komen; aankomen; arriveren
    • komen [znw.] zelfstandig naamwoord
    • aankomen [znw.] zelfstandig naamwoord
    • arriveren [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Arrivieren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aankomen Ankommen; Arrivieren
arriveren Ankommen; Arrivieren
komen Ankommen; Arrivieren
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aankomen angelangen; ankommen; arrivieren; auf Besuch gehen; aufhören; aufsuchen; beenden; besuchen; dicker und schwerder werden; einlaufen; eintreffen; enden; hinkommen; vorbeikommen; vorüberkommen; zunehmen
arriveren angelangen; ankommen; arrivieren; einlaufen; eintreffen; hinkommen
komen kommen