Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Artikulation:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Artikulation (Duits) in het Nederlands

Artikulation:

Artikulation [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Artikulation (Aussprache; Formulierung)
    de uitspraak; de articulatie

Vertaal Matrix voor Artikulation:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
articulatie Artikulation; Aussprache; Formulierung
uitspraak Artikulation; Aussprache; Formulierung Ansprache; Aussprache; Ausspruch; Aüsserung; Bekanntgabe; Bekanntmachung; Bericht; Beschluß; Botschaft; Entscheidung; Entschluß; Erwähnung; Meldung; Mitteilung; Urteil; Urteilsspruch; Urteilsverkündung; Verlautbarung; Verzeichnung; Zeugenaussage; Äußerung

Synoniemen voor "Artikulation":