Aufwartung in het Nederlands vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Aufwartung:
- bezoek; visite; aanloop; opwachting; verademing; opluchting; geruststelling

Duits

Uitgebreide vertaling voor Aufwartung (Duits) in het Nederlands

die Aufwartung (Besuch)
het bezoek; de visite; de aanloop
- bezoek [het ~] zelfstandig naamwoord
- visite [de ~] zelfstandig naamwoord
- aanloop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
die Aufwartung
de opwachting
- opwachting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
die Aufwartung (Beruhigung; Erleichterung; Aufklärung; Entspannung; Entladung; Aufnahme; Enthebung; Aushilfe; Abhilfe; Ausschüttung; Absetzung; Aufhellung; Ausspannung)
de verademing; de opluchting; de geruststelling
- verademing [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- opluchting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- geruststelling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aanloop	Aufwartung; Besuch
bezoek	Aufwartung; Besuch
geruststelling	Abhilfe; Absetzung; Aufhellung; Aufklärung; Aufnahme; Aufwartung; Aushilfe; Ausschüttung; Ausspannung; Beruhigung; Enthebung; Entladung; Entspannung; Erleichterung	Ausspannung; Beruhigung; Entspannung; Erholung; Zerstreuung
opluchting	Abhilfe; Absetzung; Aufhellung; Aufklärung; Aufnahme; Aufwartung; Aushilfe; Ausschüttung; Ausspannung; Beruhigung; Enthebung; Entladung; Entspannung; Erleichterung	Erleichterung
opwachting	Aufwartung
verademing	Abhilfe; Absetzung; Aufhellung; Aufklärung; Aufnahme; Aufwartung; Aushilfe; Ausschüttung; Ausspannung; Beruhigung; Enthebung; Entladung; Entspannung; Erleichterung
visite	Aufwartung; Besuch