Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Ausguck:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Ausguck (Duits) in het Nederlands

Ausguck:

Ausguck [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Ausguck (Krähennest)
    de uitkijk; het kraaiennest
  2. der Ausguck (Wachtposten; Wache; Posten; )
    de wacht; de wachter; de schildwacht
    • wacht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • wachter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • schildwacht [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Ausguck:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kraaiennest Ausguck; Krähennest
schildwacht Ausguck; Hüter; Posten; Schildwache; Wache; Wachstube; Wachtposten; Wächter; Wärter
uitkijk Ausguck; Krähennest
wacht Ausguck; Hüter; Posten; Schildwache; Wache; Wachstube; Wachtposten; Wächter; Wärter Aufseher; Portier; Wächter; Wärter
wachter Ausguck; Hüter; Posten; Schildwache; Wache; Wachstube; Wachtposten; Wächter; Wärter Wächter; Wärter

Synoniemen voor "Ausguck":


Wiktionary: Ausguck


Cross Translation:
FromToVia
Ausguck kraaiennest ↔ crow's nest — open-top shelter atop the foremast for a lookout