Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal Ausstrich

Vertaal Ausstrich van Duits naar Nederlands

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Ausstrich:
- uitstrijkje; schrapping; doorhaling; zwabber

Duits

Uitgebreide vertaling voor Ausstrich (Duits) in het Nederlands

Ausstrich:

Ausstrich [der ~] zelfstandig naamwoord

der Ausstrich (Fleck; Flecken; Klecks)
het uitstrijkje
- uitstrijkje [het ~] zelfstandig naamwoord
der Ausstrich (Streichung)
de schrapping; de doorhaling
- schrapping [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- doorhaling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
der Ausstrich (Schwabber; Makel; Fleck; Flecken; Mop; Klecks; Tüpfel; Liederjan)
de zwabber
- zwabber [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Ausstrich:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
doorhaling	Ausstrich; Streichung
schrapping	Ausstrich; Streichung	Ausschließung; Aussperrung; Ausstoßung; Entfernung; Löschung
uitstrijkje	Ausstrich; Fleck; Flecken; Klecks
zwabber	Ausstrich; Fleck; Flecken; Klecks; Liederjan; Makel; Mop; Schwabber; Tüpfel