Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor Auswanderer (Duits) in het Nederlands

Auswanderer:

Auswanderer [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Auswanderer (Auswanderin)
    de migrant; migrante
    • migrant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • migrante [znw.] zelfstandig naamwoord
  2. der Auswanderer (Emigrant; Auswanderin)
    de emigrant; de emigrante
    • emigrant [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • emigrante [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  3. der Auswanderer
    de migranten
    • migranten [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Auswanderer [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Auswanderer (Emigranten)
    de emigranten

Vertaal Matrix voor Auswanderer:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
emigrant Auswanderer; Auswanderin; Emigrant
emigrante Auswanderer; Auswanderin; Emigrant
emigranten Auswanderer; Emigranten
migrant Auswanderer; Auswanderin Zuwanderer
migrante Auswanderer; Auswanderin
migranten Auswanderer

Synoniemen voor "Auswanderer":


Wiktionary: Auswanderer


Cross Translation:
FromToVia
Auswanderer uitwijkeling; uitwijkelinge; landverhuizer; emigrante; emigrant; landverhuizerin emigrant — someone who leaves a country to settle in a new country
Auswanderer buitenlander expatriate — person living outside own country