Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal Bahnhof

Vertaal Bahnhof van Duits naar Nederlands

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Bahnhof:
- station; spoorwegstation
Wiktionary:
- Bahnhof → station
- Bahnhof → station, halte, stationsgebouw
Gebruikers suggesties voor Bahnhof:
- treinstation

Duits

Uitgebreide vertaling voor Bahnhof (Duits) in het Nederlands

Bahnhof:

Bahnhof [der ~] zelfstandig naamwoord

der Bahnhof (Haltestelle; Rundfunkstation)
het station
- station [het ~] zelfstandig naamwoord
der Bahnhof
spoorwegstation
- spoorwegstation

Vertaal Matrix voor Bahnhof:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
station	Bahnhof; Haltestelle; Rundfunkstation	Laufwerk
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
spoorwegstation	Bahnhof

Synoniemen voor "Bahnhof":

Halt; Haltepunkt; Haltestelle; Station; Verkehrsstation; Areal; Bereich; Bezirk; Fläche; Gegend; Horizont; Ort; Platz; Raum; Rayon; Region; Sektor; Sphäre

Wiktionary: Bahnhof

Bahnhof

noun

in Deutschland: Bahnanlage, die über mindestens eine Weiche verfügt und an der Züge beginnen, enden, halten, ausweichen oder wenden dürfen
- Bahnhof → station

Cross Translation:

From	To	Via
• Bahnhof	→ station; halte	↔ station — place where a vehicle may stop
• Bahnhof	→ stationsgebouw	↔ gare — (vieilli) marine\|fr tronçon de voie fluviale aménagée pour faciliter la circulation et la protection des navire.

Verwante vertalingen van Bahnhof

U-Bahnhof