Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Brief:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Brief (Duits) in het Nederlands

Brief:

Brief [der ~] zelfstandig naamwoord

  1. der Brief (Epistel; Schreiben; Aufsatz)
    de brief; het schrijven; de epistel
    • brief [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • schrijven [het ~] zelfstandig naamwoord
    • epistel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. der Brief
    de brief
    • brief [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Brief:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
brief Aufsatz; Brief; Epistel; Schreiben
epistel Aufsatz; Brief; Epistel; Schreiben Epistel
schrijven Aufsatz; Brief; Epistel; Schreiben Autorschaft; Schriftstellerei
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
schrijven korrespondieren; schreiben
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
brief Schreiben

Synoniemen voor "Brief":


Wiktionary: Brief

Brief
noun
  1. eine geschriebene, verschlossene Mitteilung, die (meist gegen Bezahlung) per Post oder Boten verschickt wird
Brief
noun
  1. een geschreven bericht van een persoon naar een ander, meestal in een omslag per post verzonden

Cross Translation:
FromToVia
Brief brief letter — written message
Brief brief; epistel; missive; schrijven lettre — Message écrit

Verwante vertalingen van Brief