Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal Dackel

Vertaal Dackel van Duits naar Nederlands

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Dackel:
- teckel; tekkel; dashond; teckels
- dashonden
Wiktionary:
- Dackel → dashond
- Dackel → teckel, dashond

Duits

Uitgebreide vertaling voor Dackel (Duits) in het Nederlands

Dackel:

Dackel [der ~] zelfstandig naamwoord

der Dackel
de teckel
- teckel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
der Dackel (Teckel)
de tekkel; de dashond
- tekkel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- dashond [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
der Dackel (Dachshund)
de tekkel
- tekkel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
der Dackel (Dachshunde)
de teckels
- teckels [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Dackel [die ~] zelfstandig naamwoord

die Dackel (Dachshunde)
de dashonden
- dashonden [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor Dackel:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
dashond	Dackel; Teckel
dashonden	Dachshunde; Dackel
teckel	Dackel
teckels	Dachshunde; Dackel
tekkel	Dachshund; Dackel; Teckel

Synoniemen voor "Dackel":

Dachshund; Teckel; bester Freund des Menschen; Hund; Kläffer; Köter; Töle; Wau Wau

Wiktionary: Dackel

Dackel

noun

dierkunde|nld een hondensoort, klein, met lang lijf en korte poten, die speciaal gefokt wordt voor de jacht op dassen
- dashond → Dackel

Cross Translation:

From	To	Via
• Dackel	→ teckel; dashond	↔ dachshund — breed of dog