Duits

Uitgebreide vertaling voor Echo (Duits) in het Nederlands

Echo:

Echo [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Echo (Nachhall; Schall; Widerhall; Nachschall; Hall)
    de echo; de weerklank; geluidsweerkaatsing; de weergalm
  2. Echo (Klankwiderhall)
    de resonantie; klankweerkaatsing; de galm
  3. Echo (Widerhall; Resonanz; Schall; Hall)
    het gegalm; luidkeelse uitroep; het geschal
  4. Echo (Nachhall)
    de nagalm
    • nagalm [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. Echo
    de echo
    • echo [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Echo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
echo Echo; Hall; Nachhall; Nachschall; Schall; Widerhall
galm Echo; Klankwiderhall
gegalm Echo; Hall; Resonanz; Schall; Widerhall
geluidsweerkaatsing Echo; Hall; Nachhall; Nachschall; Schall; Widerhall
geschal Echo; Hall; Resonanz; Schall; Widerhall Geschmetter; Hörnerschall; Schall; Schmettern
klankweerkaatsing Echo; Klankwiderhall
luidkeelse uitroep Echo; Hall; Resonanz; Schall; Widerhall
nagalm Echo; Nachhall
resonantie Echo; Klankwiderhall
weergalm Echo; Hall; Nachhall; Nachschall; Schall; Widerhall
weerklank Echo; Hall; Nachhall; Nachschall; Schall; Widerhall

Synoniemen voor "Echo":


Wiktionary: Echo

Echo
noun
  1. Reflexion von Schallwellen, so dass man das ursprüngliche Geräusch zwei- oder mehrfach hört
Echo
noun
  1. een hoorbare terugkaatsing van een gemaakt geluid

Cross Translation:
FromToVia
Echo echo echo — reflected sound
Echo imitator imitator — one who imitates another
Echo echo; nagalm; naklank; weerklank; terugzending; reactie; terugslag; weerslag répercussion — didactique|fr renvoi, réflexion (en parlant des sons, de la lumière, de la chaleur).
Echo echo; nagalm; naklank; weerklank échorépétition du son lorsqu’il frappe contre un corps qui le renvoyer plus ou moins distinctement.