Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Einfuhr:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Einfuhr (Duits) in het Nederlands

Einfuhr:

Einfuhr [die ~] zelfstandig naamwoord

  1. die Einfuhr (Import)
    de invoer; de import
    • invoer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • import [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. die Einfuhr
    de invoer
    • invoer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor Einfuhr:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
import Einfuhr; Import
invoer Einfuhr; Import Eintragen

Synoniemen voor "Einfuhr":


Wiktionary: Einfuhr


Cross Translation:
FromToVia
Einfuhr invoer; import import — practice of importing