Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. Eingehen:


Duits

Uitgebreide vertaling voor Eingehen (Duits) in het Nederlands

Eingehen:

Eingehen [das ~] zelfstandig naamwoord

  1. Eingehen (Anfangen)
    van kracht worden; ingaan; effectief worden
  2. Eingehen (Reagieren; Ansprechen; Abhandeln)
    reactie op

Vertaal Matrix voor Eingehen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
effectief worden Anfangen; Eingehen
ingaan Anfangen; Eingehen
reactie op Abhandeln; Ansprechen; Eingehen; Reagieren
van kracht worden Anfangen; Eingehen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ingaan eindringen; einfahren; eingehen; einkommen; einlassen; einlaufen; einsteigen; eintreten; hereinkommen; hereinkriegen; hereinlaufen; hineingehen; hineinlaufen; hinzukommen; inKrafttreten; reagieren; steuern

Synoniemen voor "Eingehen":