Eröffnung in het Nederlands vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

Eröffnung:
- begin; opening; aanvang; start; inzet; openbaring; verrassende ontdekking

Duits

Uitgebreide vertaling voor Eröffnung (Duits) in het Nederlands

die Eröffnung (Anfang; Beginn; Start; Anfangen; Einleitung)
het begin; de opening; de aanvang; de start; de inzet
- begin [het ~] zelfstandig naamwoord
- opening [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- aanvang [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- start [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- inzet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
die Eröffnung (überraschende entdeckung; Erleuchtung; Enthüllung; Erfindung; Entdeckung)
de openbaring; verrassende ontdekking
- openbaring [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- verrassende ontdekking [znw.] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aanvang	Anfang; Anfangen; Beginn; Einleitung; Eröffnung; Start
begin	Anfang; Anfangen; Beginn; Einleitung; Eröffnung; Start
inzet	Anfang; Anfangen; Beginn; Einleitung; Eröffnung; Start	Einsatz; Ergebenheit; Geldeinlage; Hingabe; Hingebung; Pool; Spielgeld; Treue; Verwendung; Widmung; Ziel; Zielsetzung; Zweck; Übergabe
openbaring	Entdeckung; Enthüllung; Erfindung; Erleuchtung; Eröffnung; überraschende entdeckung
opening	Anfang; Anfangen; Beginn; Einleitung; Eröffnung; Start	Aufmachung; Aussparung; Bresche; Einschlag; Einschläge; Einschnitt; Falz; Furche; Grube; Höhle; Höhlung; Kerbe; Kluft; Loch; Rille; Rinne; Riß; Schlitz; Spalte; Türöffnung; Zwischenraum; Öffnung
start	Anfang; Anfangen; Beginn; Einleitung; Eröffnung; Start	Anfangen; Anstimmen; Einweihungszeremonie; Start
verrassende ontdekking	Entdeckung; Enthüllung; Erfindung; Erleuchtung; Eröffnung; überraschende entdeckung